GYM 2(b) - maandag 26-8 (gramm hh lj 1)

Ga zitten volgens het zitplan!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ga zitten volgens het zitplan!

Slide 1 - Slide

Afspraken tijdens de les
  1. Nieuw Nederlands, grammaticaboekje en schrift altijd meenemen.
  2. Telefoons WEG! 
  3. Huiswerk niet gemaakt? Kom dat even melden.
  4. Vraag of opmerking? Steek je hand op.




Slide 2 - Slide

Planning
  1. Lesdoel
  2. Nakijken huiswerk (zin 1 t/m 15)
  3. Even herhalen met z'n allen (meewerkend-vw, voorzetsel-vw en bep. v gest.)
  4. Maken zinnen blad 1 en blad 2
  5. Afsluiting klassikaal
  6. Huiswerk & taalvout

Slide 3 - Slide

Lesdoel:
Jullie weten na de les weer hoe je de zinnen kunt ontleden t/m de bepaling van gesteldheid.

Slide 4 - Slide

Bespreken opdrachten
Zinnen 1, 5, 10 en 14 samen. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Basisregels Lessonup
  1. Je gebruikt je eigen naam.
  2. Je geeft zonder te overleggen antwoord.
  3. Bij klassikale uitleg luister je en lees je mee op het scherm.
  4. Toch met andere dingen bezig op je iPad? Inleveren en vanaf 16.30u ophalen. Je gaat aantekeningen overschrijven.

Slide 7 - Slide


Maak twee korte zinnen met een meewerkend voorwerp erin.

Slide 8 - Open question

Maak twee korte zinnen met een voorzetselvoorwerp erin.

Slide 9 - Open question

Bepaling van gesteldheid
De bepaling van gesteldheid lijkt erg op een bijwoordelijke bepaling.
Een bepaling van gesteldheid zegt iets over twee zinsdelen: 
het onderwerp of lijdend voorwerp en het gezegde.

Slide 10 - Slide

Bepaling van gesteldheid
Voorbeelden:
   We benoemden hem tot voorzitter.
    Marianne verft het hek groen.
    Hij kookt de aardappels gaar.
    Het bord viel in scherven.

Slide 11 - Slide

Bepaling van gesteldheid
En ook:

* Mopperend schildert hij de muur geel. (Hoe schildert hij de muur?)

* Als voetballer speelt hij goed. ('In de functie van'.)

Slide 12 - Slide

Bepaling van gesteldheid
Hoe + gezegde + (onderwerp/lijdend voorwerp)

Slide 13 - Slide

Wat is de bepaling van gesteldheid?
Mijn vader ging fanatiek te keer tijdens mijn voetbalwedstrijd.

Slide 14 - Open question

Wat is het verschil tussen deze zinnen?
1. Mijn paard is ziek.
2. Mijn paard staat ziek in de wei.

Slide 15 - Open question

Aan de slag!

Ontleed de zinnen van blad 1 en blad 2.




Slide 16 - Slide

Lesdoel:
Jullie weten na de les weer hoe je de zinnen kunt ontleden t/m de bepaling van gesteldheid

Slide 17 - Slide

Is het lesdoel voor jou behaald? Ja/nee/gedeeltelijk, want ...
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Volgende les (woensdag 28-8) 


Huiswerk
Maak zinnen af van blad 1/2 en 2/2.

Neem ook NN mee!

Slide 19 - Slide