VWO 3 - 23 février

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bonjour ! 

- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken

Fijne les! 

Aujourd'hui 

- Grammatica uitleg 

- Oefeningen 

- Les phrases clés (Als we genoeg tijd hebben) 

 Leerdoel : Jullie begrijpen hoe jullie de toekomstige tijd in het Frans moeten vormen. 

Toekomstige tijd

Frans heeft 2 verschillende vormen om de toekomst te gebruiken : le futur proche et le futur simple. 

Futur proche

Jullie moeten le futur proche gebruiken om te zeggen dat iets  op korte termijn gaat gebeuren. 

Futur proche = 

aller + hele ww

Je vais acheter du pain. --> Ik ga brood kopen. 

Futur proche

	Aller
Je	vais
Tu	vas
Il / Elle / On	va
Nous	allons
Vous	allez
Ils	vont

"Hij gaat een auto verkopen"

In het Frans?

1. Il va acheter une voiture
2. Il vas acheter une voiture
3. Il vais acheter une voiture
4. Il allons acheter une voiture

Futur simple

Futur simple = Nederlands met zullen 

Ik zal werken --> Je travaillerai 

Hele ww + uitgangen van avoir met de tegenwoordige tijd

Futur simple

	Hele ww	Uitgang	Futur simple
Je	manger	-ai	Je manger ai
Tu	manger	-as	Tu manger as
Il / Elle / On	manger	-a	Il manger a
Nous	manger	-ons	Nous manger ons
Vous	manger	-ez	Vous manger ez
Ils / Elles	manger	-ont	Ils manger ont

Futur simple

Let op!! 

Je mangerais met een -s = conditionnel 

Je mangerai zonder een -s = toekomst

Nous mangerons met een -s = nous vorm

Ils mangeront met een -t = ils / elles vorm

Futur simple - Uitzonderingen

Met de ww in -re, moet de laatste -e weg. 

apprendre --> apprendr --> j'apprendrai

Futur simple - Uitzonderingen

De stam van de volgende ww zijn onregelmatig 

être --> je serai          pouvoir --> je pourrai

avoir --> j'aurai          vouloir --> je voudrai

faire --> je ferai         venir --> je viendrai

aller --> j'irai              devoir --> je devrais 

"Hij zal een auto verkopen"

In het Frans?

1. Il achètera une voiture
2. Il achèteras une voiture
3. Il achèterais une voiture
4. Il achèteront une voiture

"Ik zal een auto verkopen"

In het Frans?

1. J'achèterais une voiture
2. J'achèterai une voiture

"We zullen een auto verkopen"

In het Frans?

1. Nous achèterons une voiture
2. Nous achèteront une voiture

"We zullen de ww leren"

In het Frans?

1. Nous apprenderons
2. Nous apprendrons

Oefeningen

Jullie gaan nu aan de digitale methode werken. 

13 - b : Lees de tekst. Vul de werkwoorden in die in de futur simple en die in de futur proche staan.

13 - c : Kies de juiste vorm van de futur simple.

13d : Vul de juiste vorm van de futur simple in van de werkwoorden tussen haakjes.

Oefeningen

Jullie hebben 25 minuten de tijd om de oefeningen te doen. 

13 - b : Lees de tekst. Vul de werkwoorden in die in de futur simple en die in de futur proche staan.

13 - c : Kies de juiste vorm van de futur simple.

13d : Vul de juiste vorm van de futur simple in van de werkwoorden tussen haakjes.

Oefeningen

14 - b : Zet de ww in de futur proche. Vul de nieuwe persoonsvorm in.

14 - c : Schrijf een verhaal van ongeveer 50 woorden in de futur simple over je droomvakantie. Maak hele zinnen in het Frans.

– Vertel waar je naartoe zult gaan.

– Vertel hoelang en met wie je op vakantie gaat.

– Noem vier activiteiten die je gaat doen.

Aan de slag 

Zelfstandig werk (25 minuten) : 

- 13b 

- 13c 

- 13d 

- 14

Als jullie klaar zijn, kunnen jullie naar les phrases clés luisteren (oefening 16)

Uitspraak regels 

De -e wordt niet uitgesproken aan het einde van een woord. 

- l'histoire

- j'adore

De -e als tweede letter spreek je uit als een 'uh'

- Je ferais

- Demain

Uitspraak regels 

De -é met een accent aigu spreek je altijd uit als 'ee' 

- préféré 

- métier

Oefening

Luister naar de zinnen en spreek deze uit. 

Huiswerk voor morgen

De grammatica leren.