Les 2 - Argumentatieleer

Les 2
Argumentatieleer
§ 20
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 2
Argumentatieleer
§ 20

Slide 1 - Slide

Wat heb je voorbereid

Je hebt de opdrachten van § 19 afgemaakt
Je hebt de Drillster bij § 19 gemaakt
Je hebt blz. 104 en 105 gelezen
Je hebt minimaal één filmpje in SOM bekeken

Slide 2 - Slide

Doel van de les

Je leert hoe je argumentatiestructuren
herkent en hoe je de aanvaardbaarheid van argumenten beoordeelt.

Slide 3 - Slide

Lesindeling

  • § 20 bespreken / uitleg
  • opdrachten 1 t/m 11 maken
  • woorden blz. 99 bespreken
  • argumenten bedenken (CL)

Slide 4 - Slide

Lesindeling

  • § 20 bespreken / uitleg
  • opdrachten 1 t/m 11 maken
  • woorden blz. 99 bespreken
  • argumenten bedenken (CL)

Slide 5 - Slide

Theorie
Argumentatiestructuur

Wat is dat?
(herhaling 3H)

Slide 6 - Slide

enkelvoudige argumentatie
Dat was geen leuke vakantie.
Het weer was slecht.

Slide 7 - Slide

nevenschikkende argumentatie
onafhankelijk (opsomming in een betoog, elk argument een eigen alinea)
Dat was geen leuke vakantie.
Het weer was slecht.
De accomodatie was vies
Alles was duur.

Slide 8 - Slide

nevenschikkende argumentatie
afhankelijk: twee deelargumenten vormen samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer. 
De afhankelijke argumentatie werk je vaak uit in een alinea.
Ik kan morgen niet naar school.
Mijn ouders moeten werken.
Mijn fiets is stuk.
De bus rijdt niet.

Slide 9 - Slide

onderschikkende argumentatie
Dit schema wordt vaak verwerkt in een alinea of een zin.


Ik kan morgen niet naar school.
Mijn achterband is gisteren geklapt.
Mijn fiets is stuk.

Slide 10 - Slide

Standpunt

 Het standpunt is de hoofdgedachte van een betoog (de boodschap).

Slide 11 - Slide

Lesindeling

  • § 20 bespreken / uitleg
  • opdrachten 1 t/m 11 maken
  • woorden blz. 99 bespreken
  • argumenten bedenken (CL)

Slide 12 - Slide

Werken aan

Opdracht 1 t/m 11 blz. 98

Slide 13 - Slide

Lesindeling

  • § 20 bespreken / uitleg
  • opdrachten 1 t/m 11 maken
  • woorden blz. 99 bespreken
  • argumenten bedenken (CL)

Slide 14 - Slide

competitief

  • die vecht om beter te zijn dan de anderen

Slide 15 - Slide

gezagsgetrouw

  • gehoorzaam

Slide 16 - Slide

impulsremming

  • de vaardigheid om onmiddellijke beloningen te kunnen uitstellen en niet direct te handelen of te reageren, maar eerst na te denken

Slide 17 - Slide

onverkwikkelijk

  • als iets zorgt dat je je ongemakkelijk voelt, akelig, onaangenaam

Slide 18 - Slide

privatiseren

  • bedrijven van de overheid omvormen tot
    commerciële bedrijven

Slide 19 - Slide

inventief

  • Goed in het bedenken van nieuwe
    dingen of oplossingen
     vindingrijk, uitvindend

Slide 20 - Slide

volharden

  • standvastig volhouden wat je
    begonnen bent

Slide 21 - Slide

Lesindeling

  • § 20 bespreken / uitleg
  • opdrachten 1 t/m 11 maken
  • woorden blz. 99 bespreken
  • argumenten bedenken (CL)

Slide 22 - Slide

opdracht
In de Classroom vind je een document met 5 stellingen.
Bedenk bij elke stelling twee argumenten VOOR.
Bedenk bij elke stelling twee argumenten TEGEN.
Zorg dat de argumenten nevenschikkend en onafhankelijk zijn.
Lever het document in.

Slide 23 - Slide

Exit ticket

Slide 24 - Slide

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Slide 26 - Open question

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.

Slide 27 - Open question