standpunt (ik vind) en argument (en wel hierom)
Laten we naar de stad gaan, want we hebben al lang niet geshopt.
We hebben al lang niet geshopt, daarom (vind ik) moeten we maar weer eens naar de stad.
Het is niet oké dat hij een voldoende krijgt, want hij heeft plagiaat gepleegd.
Hij heeft plagiaat gepleegd, daarom (vind ik) mag hij geen voldoende krijgen.
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want het is slecht voor je.
Roken is slecht voor je gezondheid, daarom (vind ik) zou iedereen moeten stoppen.
Iedereen moet Wonder lezen, want je leert veel over de nare kanten van pesten.
Pesten is vreselijk, daarom (vind ik) zou iedereen Wonder moeten lezen.