Poëzie

Dichter bij de dichter
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Dichter bij de dichter

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat zou de titel van het gedicht kunnen zijn?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Wat doen we vandaag?
  • We verwoorden onze mening over poëzie.
  • We verwoorden onze leesbeleving.
  • We herhalen de kenmerken van poëzie.
  • We onderzoeken poëtische taal.
  • We benoemen het thema van een gedicht.
  • We onderzoeken en herkennen vormbegrippen en stijlfiguren.
  • We verkennen de websites van bekende schrijvers. 
  • We kiezen ons favoriet gedicht.
  • We dragen het gedicht expressief voor.

Slide 11 - Slide

Poëzie

Slide 12 - Mind map

Poëzie is iets voor meisjes
akkoord
niet akkoord

Slide 13 - Poll

Poëzie is moeilijk.
akkoord
niet akkoord

Slide 14 - Poll

Voor mij moeten poëtische teksten rijmen.
akkoord
niet akkoord

Slide 15 - Poll

Poëzie kom je overal tegen.
akkoord
niet akkoord

Slide 16 - Poll

Poëzie is saai.
akkoord
niet akkoord

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Slide

Welk gedicht vond je ...
  • het mooist om te lezen?
  • het meest ingewikkeld?
  • het saaist?
  • het meest bijzonder/speciaal?
  • het grappigst?

Slide 19 - Slide

Je mening geven over literatuur
  • Vermijd nietszeggende woorden als goed, gewoon en slecht.
  • Je kunt de betekenis van je beoordelingswoord versterken of verzwakken: razend, bijzonder, ongelofelijk.
  • Gebruik argumenten.

Slide 20 - Slide

Voordragen
In duo's breng je een gedicht.

- Wees creatief.
- Let op ritme en expressie.
- Verzorg je uitspraak.

Slide 21 - Slide

Kenmerken van poëzie
  • Inhoud
  • Vorm 

Slide 22 - Slide

Inhoud

  • Voor sommige gebeurtenissen en gevoelens vinden we geen woorden. Op die momenten helpt poëzie. 
  • Gedichten kunnen ons troosten of drukken onze vreugde uit omdat ze verwoorden wat we moeilijk kunnen uitdrukken.

Slide 23 - Slide

Het thema van een gedicht is het antwoord op de vraag waarover het gedicht gaat (abstract woord).

Een aantal voorbeelden:

  • een gevoel - bv: liefde, eenzaamheid
  • een probleem - bv: onrecht, hongersnood
  • de taal en het dichten zelf - bv: hoe een gedicht zijn lezer kan raken

Slide 24 - Slide

  • Een gedicht bestaat uit verzen.
  • Een aantal verzen vormen een strofe.
  • Er is ruimte tussen de strofes: witregels.
  • Een vers is soms 1 woord.
  • Een dichter mag schrijven zoals hij wil: dichterlijke vrijheid.

Vorm

Slide 25 - Slide

Technieken
Gedichten rijmen vaak op het eind ( = eindrijm). We geven dan elk vers een letter volgens de volgorde van het alfabet. Hieronder zie je de drie bekendste rijmschema’s:

Slide 26 - Slide

Stijlfiguren
Er zijn ook enkele speciale stijlfiguren, die hetzelfde principe gebruiken:
  • beginrijm of alliteratie - bv. De kleppende klipper, de gaggelende gans
  • binnenrijm - bv. De bomen die tot de hemel lijken te komen
  • assonantie - bv. Zien jullie niet dat ik jullie zo lief heb

Slide 27 - Slide

Aantal verzen?
Aantal strofen?
Chinees is geen Turks
en Japans geen Javaans,
Hebreeuws is geen Urks,
Jordanees is geen Spaans,

maar of je lacht in Manilla
in het Zwitsers of Frans,
in een krot of een villa
de lach heeft een kans
om het oog van de mensen
te doen stralen op slag,

want verder dan de taal
reikt de klank van de lach.
Talen
Toon Hermans

Slide 28 - Slide

Welke bewering is juist?

Het gedicht bevat ...
3 verzen
3 strofen
13 strofen

Slide 29 - Poll

Welk rijmschema heb je herkend?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
geen vast rijmschema

Slide 30 - Quiz

Rijmschema
We tutten ons tuintje op
en kammen het gras,
make-uppen de randjes
langs het terras:
overal plantjes met lippenstiftkleuren,
overal bloemen met bloemetjesgeuren.
Daarna het heggenhaar
weg met de heggenschaar –
zo wordt ons tuintje een prachtig gezicht
dat plat naar de zomer
te glimlachen ligt.
Tuintje
Edward van de Vendel

Slide 31 - Slide

Welk rijmschema heb je herkend?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
geen vast rijmschema

Slide 32 - Quiz

Rijmschema
Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

...



De wolken
Martinus Nijhoff

Slide 33 - Slide

Welk rijmschema heb je herkend?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
geen vast rijmschema

Slide 34 - Quiz

Alliteratie - assonantie - binnenrijm?
Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

...



De wolken
Martinus Nijhoff

Slide 35 - Slide

Kies het juiste antwoord:
A
alliteratie
B
assonantie
C
binnenrijm
D
geen van deze

Slide 36 - Quiz

Alliteratie - assonantie - binnenrijm?
Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

...



De wolken
Martinus Nijhoff

Slide 37 - Slide

Kies het juiste antwoord:
A
alliteratie
B
assonantie
C
binnenrijm
D
geen van deze

Slide 38 - Quiz

Alliteratie - assonantie - binnenrijm?
Ik schrijf ze op
met potlood en met pen,
de liever nog dan liefste
woorden die ik ken
Ik schrijf ze op
Met balpen en met stift
Woorden in mijn schrift
Ik schrijf het op
In rood en geel en blauw
Dat ik nog houer hou dan hou
Van de allerjouste jou



Ik schrijf ze op
Koos Meinderts

Slide 39 - Slide

Kies het juiste antwoord:
A
alliteratie
B
assonantie
C
binnenrijm
D
geen van deze

Slide 40 - Quiz

Gedichten over taal 

Slide 41 - Slide

Op verkenning
Joke Van Leeuwen
Edward van de Vendel
Hans Andreus
Maud Vanhauwaert
Lotte Dodion
Carmien Michels
Toon Tellegen
Bart Moeyaert
Bette Westera
Hans & Monique Hagen



Slide 42 - Slide

Zoek samen met je partner een gedicht dat je leuk vindt.
Bespreek:
  •  de vorm
  • het thema
  • het rijmschema
  • de stijlfiguren
  • de beeldspraak
Geef je mening over het gedicht. Gebruik beoordelingswoorden.                            Google Classroom

Slide 43 - Slide

Rijmschema
Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
Maar ik krijg zo'n drang van binnen
Tot het weven van een web.
Sebastiaan
Annie M.G. Schmidt

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide