5.5 - Houding en beweging

Terugblik basisstof 4
Spieren
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik basisstof 4
Spieren

Slide 1 - Slide

Spierschede
Pees
Antagonisten
Aanhechtingsplaats
Geeft stevigheid aan een spier
 De plaats waar een pees vastzit aan een bot
Spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft
Een spier zit vast aan de botten met?

Slide 2 - Drag question


Met welke letter is de spierbundel aangegeven?
A
Met A
B
Met B
C
Met C
D
Met D

Slide 3 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 4 - Quiz

Pezen kunnen zich samentrekken
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Bekijk het plaatje, als de spier dik is dan is de spier...
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 6 - Quiz

Wat is functie van pezen?
A
Een bot sterker maken
B
De spiervezels van elkaar scheiden
C
De spieren aan elkaar verbinden
D
Een spier aan het bot verbinden

Slide 7 - Quiz

Wat is een spiervezel?
A
Een soort spierbundel
B
Een spiercel
C
Langgerekte samen- gesmolten spiercellen
D
Spiereiwit

Slide 8 - Quiz

Om de spier heen ligt een laag bindweefsel: de spierschede. Wat is de functie van de spierschede?
A
Geeft de spier stevigheid
B
Houdt de pezen op de plaats
C
Geeft voeding aan de spierbundels
D
Zorgt voor aanhechting van de spieren aan botten

Slide 9 - Quiz

Wat zit er om alle spierbundels heen?
A
Spierschede
B
Spierpees
C
Spiervezels
D
Spiervlies

Slide 10 - Quiz

Kay traint bij de sportschool van Melle. Kay doet een spiertraining door de halter telkens omhoog te duwen tot zijn armen recht zijn.
Welke armspier traint Kay?
A
Biceps
B
Triceps

Slide 11 - Quiz

Na een rustpauze doet Kay conditietraining. Daardoor gaat zijn hart sneller kloppen en krijgt hij het warm.
Geef hiervoor een verklaring.
A
Zijn lichaam produceert extra warmte om hem sneller te laten bewegen.
B
Zijn hersenen sturen signalen om zijn lichaam op te warmen als voorbereiding op de inspanning.
C
Zijn spieren hebben meer zuurstof en voedingsstoffen nodig, waardoor zijn hart sneller klopt en zijn lichaamstemperatuur stijgt.
D
Zijn lichaam slaat extra bloed op in de spieren, waardoor zijn hart harder moet pompen.

Slide 12 - Quiz

Thema 7
Basisstof 5: 
Houding en beweging

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en hoe je hiermee rugklachten kunt voorkomen.
- Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid

Slide 14 - Slide


Dubbele-S-vorm
Schijven van kraakbeen die werken als schokdemper
Door de dubbele -S-vorm en tussenwervelschijven is de wervelkolom veerkrachtig.
Schokken tijdens het lopen worden hierdoor opgevangen.

Slide 15 - Slide

Houding en beweging

Slide 16 - Slide

Houding en beweging 
houding en beweging 

Slide 17 - Slide

Houding en beweging

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Door een slechte houding kun je problemen krijgen met:
  • Scheve wervelkolom
  • Overbelasting rugspieren
  • Tussenwervelschijven kunnen wat van hun veerkracht verliezen
  • Hernia > tussenwervelschijf kapot/ uitstulping tussenwervelschijf
  • Bij tillen wil je vanuit je benen tillen en niet vanuit je rug

Slide 20 - Slide

Goed tillen en hernia
Bij tillen wil je vanuit je benen tillen en niet vanuit je rug

Hernia:
De tussenwervelschijf is verschoven en drukt tegen het ruggenmerg aan.

Slide 21 - Slide

Goed tillen

Slide 22 - Slide

Op de juiste manier tillen

Slide 23 - Slide

Tillen

Slide 24 - Slide

Wat is een hernia?
A
Zenuwen komen klem te zitten
B
Bloedvaten komen klem te zitten
C
Spieren komen klem te zitten
D
Wervels zijn kapot

Slide 25 - Quiz

Een goede lichaamshouding kan rugpijn voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

De spieren die de dubbele S vorm van de wervelkolom in stand houden zitten vast aan de tussenwervelschijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Bukken tijdens het tillen is niet goed voor je rug omdat je schade aan kan brengen aan je tussenwervelschijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Tussenwervelschijven laten de wervels beter ten opzichte van elkaar bewegen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Wat zijn de 2 functies van de tussenwervelschijven?
A
Het beschermt je ruggenmerg
B
Hierdoor kan je je rug een beetje bewegen
C
Ze vangen schokken op
D
Hierdoor wordt je rug een beetje langer

Slide 30 - Quiz


Waar zijn de tussenwervelschijven van gemaakt?
A
Vocht
B
Been
C
Kraakbeen
D
Merg

Slide 31 - Quiz

Waarom is een goede lichaamshouding belangrijk?
A
Zodat je beter aan je conditie kunt werken.
B
Dan zit je lekkerder in je stoel.
C
Dan overbelast je de spieren niet
D
Dan hoef je minder hard te werken.

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Link