13.5 In evenwicht

13.5 In evenwicht
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

13.5 In evenwicht

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen + begrippen
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het interne milieu
  • Je kunt beschrijven op welke manier negatieve terugkoppeling tot homeostase leidt
  • Je kent minstens drie voorbeelden waar het principe van homeostase voor geldt 

Norm, regelkring, homeostase, receptor, effector, negatieve terugkoppeling, glucagon, adrenaline, glycogeen


Slide 2 - Diapositive

Homeostase
Homeostase is het constant houden van het inwendige milieu in je lichaam, bijvoorbeeld je lichaamstemperatuur, zuurstofconcentratie, glucoseconcentratie of je waterhuishouding

Voor al deze variabelen geldt dat je lichaam het beste functioneert op een bepaalde constante waarde, deze waarde noemen we de norm waarde

Het inwendige milieu bestaat uit weefselvloeistof, bloedplasma en lymfe

Slide 3 - Diapositive

Homeostase

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De hypofyse maakt het hormoon ADH indien de hoeveelheid water in het interne milieu onder de norm komt. Hoe noem je de zintuigcellen die dit meten? En waar ligt het regelcentrum van deze regelkring?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Leg in eigen woorden uit wat negatieve terugkoppeling is

Slide 9 - Question ouverte

Regelkring (onthoud dit plaatje!)
Sensor/receptor: meet de actuele waarde (zintuigcellen zoals: drukreceptoren, osmoreceptoren, enz)  

Controle/regelcentrum: checkt of het nog binnen de norm is (oa hypothalamus, hersenstam)
Effector: Komt in actie als norm niet meer klopt (spieren+klieren)
Negatieve terugkoppeling: zorgt voor een tegenwerkende reactie, zodat norm gehandhaafd wordt

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De eilandjes van Langerhans (hormoonklieren) liggen in de
A
Nieren
B
Alvleesklier
C
Hersenen
D
Hersenstam

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

De alvleesklier maakt hormonen insuline en glucagon. Wat doet elk van deze twee hormonen?

Slide 16 - Question ouverte

Even oefen...
Maak de eerste drie opdrachten over de regeling van de suikerspiegel.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen + begrippen
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het interne milieu
  • Je kunt beschrijven op welke manier negatieve terugkoppeling tot homeostase leidt
  • Je kent minstens drie voorbeelden waar het principe van homeostase voor geldt 

Norm, regelkring, homeostase, receptor, effector, negatieve terugkoppeling, glucagon, adrenaline, glycogeen


Slide 21 - Diapositive

Welke vragen heb je nu nog over de stof?

Slide 22 - Carte mentale

Zelf 
  • Lezen 13.5 + begrippenlijst
  • Maken opdrachten 13.5: 1 t/m 11
  • Nakijken en verbeteren
  • Vragen stellen
  • Biologiepagina: extra uitleg + oefenen



Slide 23 - Diapositive