HST 6 Bloed

Bloed
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bloed

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZZO.3SA
Les 1
Les 2
Week 1
Regels rondom medicatie
Regels rondom medicatie
Week 2
Medicatie werking 
Medicatie werking
Week 3
Hart
A6
Hart ziekten
P6
Week 4
-
Herhaling hart/TM
6
Week 5
Bloed 
A6
Bloedgroep
P6
Week 6
Ademhalingsstelsel
A7
Ziekte luchtwegen
P7
Week 7
Afweersysteem
A9
Ontsteking en infectie
P2
Week 8
Eindopdracht
Uitloop
Week 9
TM
Eindopdracht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. De functies van bloed noemen. ​
  2. De verschillende bloedcellen en hun functie benoemen. ​
  3. Weet je wat bloedgroepen inhouden en hoe het zit met bloedtransfusie geven
  4. Weet je hoe de bloedstolling werkt





Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mindmap
Wat weet jij al over bloed?

Maak een mindmap in 2 of 3 tallen, tips:
- Wat zit er in bloed?
- Welke functies heeft bloed?
- Wat kan er mis zijn met je bloed?
- Ken je medicatie die invloed heeft op het bloed?
- Ken je de bloedgroepen?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom hebben we bloed?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed
  • Transport 
  • Bloedcellen 
  • Waterige stof ​​

Ruim 5 liter 

Gassen
Voedingstoffen
Hormonen
Afvalstoffen

Rode bloedcellen,
Witte bloedcellen,
Bloedplaatjes 
Bloedplasma

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed samenstelling
55% bloedplasma ​

45% bloedcellen:​
- rood                    = erytrocyten​
- wit                        = leukocyten ​
- bloedplaatjes = trombocyten​

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedplasma
Alle bestanddelen behalve bloedcellen en bloedplaatjes

Grootste deel (91%) water

Slide 10 - Diapositive

Voor de rest, vitamine, mineralen, eiwitten en hormonen
Rode bloedcel
  • Zien eruit als een discus​
  • Hebben geen celkern​
  • Leven 120 dagen ​
  • Oude cellen worden door lever en milt verwijderd
  • Je hebt ijzer, vitamine B12 en foliumzuur nodig om rode bloedcellen te kunnen maken.




Slide 11 - Diapositive

De afbraak van rode bloedcellen gebeurt voor een klein deel in de bloedbaan en voor het grootste deel in de milt. De milt filtert oude en beschadigde rode bloedcellen uit het bloed en breekt ze af. De lever en het beenmerg breken ook rode bloedcellen af. Bij afbraak komt ijzer vrij
Rode bloedcel
  • Gevuld met ‘hemoglobine’= Hb ​
  • Hemoglobine vervoert zuurstof
  • In hemoglobine zit ijzer, dit geeft een rode kleur ​



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Witte bloedcellen
  • Voor afweer van het lichaam​
=> opruimen vreemde stoffen​
=> opruimen ziekteverwekkers​
=> opruimen oude / zieke lichaamscellen ​
  • Hebben een celkern ​
  • Gemaakt in rode beenmerg en lymfatisch weefsel​





Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedplaatjes

  • Belangrijk voor bloedstolling
  • Leven 8-10 dagen
  • Worden afgebroken in milt en lever
  • In milt liggen bloedplaatjes opgeslagen als nood bij grote bloeding

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  1. Witte bloedcellen
  2. Bloedplasma
  3. Bloedplaatjes
  4. Rode bloedcellen

A. Bloedplasma
B. Bloedplaatjes en witte         bloedcellen
C. Rode bloedcellen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedgroepen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antigenen op de bloedcellen
Bloedgroep A                 Bloedgroep AB




Bloedgroep B                    Bloedgroep 0

Slide 19 - Diapositive

De bloedgroep wordt bepaald door een suikerstructuur op je rode bloedcellen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedstolling

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wond

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke foto zie je de bloedplaatjes
A
B
C

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloedplaatjes ....
A
vervoeren zuurstof
B
helpen bij het dichten van wondjes
C
spelen een rol bij de afweer
D
zijn het vloeibare deel in het bloed

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er als bloed te snel stolt?

Slide 26 - Question ouverte

Trombocytose (trombose)
Wat gebeurd er als er te weinig bloedplaatjes zijn

Slide 27 - Question ouverte

trombocytopenie door verminderde aanmaak bloedplaatjes of te groot gebruik bloedplaatjes
Anemie
Anemie = bloedarmoede
Het bloed kan te weinig zuurstof vervoeren

Er is een tekort aan rode bloedcellen of het eiwit hemoglobine in het bloed. 
Soms tijdelijk, soms chronisch
Veel vormen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen
vermoeidheid;
kortademigheid;
duizeligheid;
het gevoel hebben flauw te vallen;
hartkloppingen;
zweten;
hoofdpijn;
oorsuizen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions