02. 8A blok 1 - week 1 - les 2 ongelijknamige breuken optellen en afrtekken

1
5
_
teller
breukstreep
noemer
1 / 38
suivant
Slide 1: Question de remorquage
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1
5
_
teller
breukstreep
noemer

Slide 1 - Question de remorquage

Wat is de teller?
A
De streep
B
De bovenste
C
De hele breuk
D
De onderste

Slide 2 - Quiz


Slide 3 - Question ouverte

Ik kan eenvoudige gelijknamige breuken optellen en aftrekken.


Gelijknamige breuken
breuken met dezelfde noemer

Slide 4 - Diapositive

Dus:
- bij het optellen van gelijknamige breuken kun je de tellers optellen
- De noemers blijven altijd hetzelfde

Slide 5 - Diapositive


Slide 6 - Question ouverte


Slide 7 - Question ouverte


Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn gelijknamige breuken?

Slide 9 - Question ouverte


Slide 10 - Question ouverte

2/4 + 1/4 =

Slide 11 - Question ouverte

3/5 + 2/5 =

Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Tik op het goede antwoord.

5/2 =
A
2 1/2
B
2 2/5
C
2 3/4
D
1 5/8

Slide 16 - Quiz

17/4 =
A
2 6/8
B
4 1/4
C
2 1/2
D
6 1/4

Slide 17 - Quiz

13/8 =
A
2 3/4
B
3 1/8
C
1 5/8
D
2 2/5

Slide 18 - Quiz

Wat zijn ongelijknamige breuken?

Slide 19 - Question ouverte

LESDOEL
Ik kan met ongelijknamige breuken optellen en aftrekken
ONGELIJKNAMIG:
BREUKEN MET VERSCHILLENDE NOEMERS.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

gelijknamig maken.

Bij het optellen en aftrekken van breuken moeten de breuken gelijknamig zijn. Dit betekent dat de noemers hetzelfde moeten zijn.


Soms kun je na het optellen een breuk nog vereenvoudigen.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

gelijknamig maken

Slide 24 - Diapositive

Vereenvoudigen
De eenvoudigste vorm is een breuk waarbij de teller en de noemer zo klein mogelijke zijn.

Met breuken vereenvoudigen wordt het zo klein mogelijk maken van breuken bedoeld.

Slide 25 - Diapositive

DE GGD (grootste gemeenschappelijk deler).
- Kijk goed naar de teller en de noemer !
- Door welk getal kan je  zowel de telller als de noemer delen?

Hoe ging dat ook alweer?

Slide 26 - Diapositive

Vereenvoudig 5/10

Slide 27 - Question ouverte

Nu samen?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 28 - Diapositive

Nu jullie?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 29 - Diapositive

Nu jij?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Schrijf het goede antwoord op je wisbord

Slide 32 - Diapositive

Juf doet het voor

Slide 33 - Diapositive

Nu jullie

Slide 34 - Diapositive

Nu jij

Slide 35 - Diapositive

Breuken
  • Wat zijn gelijknamige breuken?
  • Wat zijn oneglijknamige breuken?
  • Wat doe je als je twee ongelijknamige breuken bij elkaar op moet tellen?

Slide 36 - Diapositive

Aan het werk
Blok 1 - week 1 - les 2


Opgave 1L
doen we samen
Snap je iets niet.
Vraag juf!!

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien