Ongelijknamige breuken groep 8

2/4 + 1/4 =
1 / 29
suivant
Slide 1: Question ouverte
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2/4 + 1/4 =

Slide 1 - Question ouverte

3/5 + 2/5 =

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn gelijknamige breuken ook alweer?

Slide 3 - Question ouverte


Slide 4 - Question ouverte

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Tik op het goede antwoord.

5/2 =
A
2 1/2
B
2 2/5
C
2 3/4
D
1 5/8

Slide 7 - Quiz

17/4 =
A
2 6/8
B
4 1/4
C
2 1/2
D
6 1/4

Slide 8 - Quiz

13/8 =
A
2 3/4
B
3 1/8
C
1 5/8
D
2 2/5

Slide 9 - Quiz

Wat zijn ongelijknamige breuken?

Slide 10 - Question ouverte

LESDOEL
Ik kan met ongelijknamige breuken optellen en aftrekken
ONGELIJKNAMIG:
BREUKEN MET VERSCHILLENDE NOEMERS.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

gelijknamig maken.

Bij het optellen en aftrekken van breuken moeten de breuken gelijknamig zijn. Dit betekent dat de noemers hetzelfde moeten zijn.


Soms kun je na het optellen een breuk nog vereenvoudigen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

gelijknamig maken

Slide 15 - Diapositive

Vereenvoudigen
De eenvoudigste vorm is een breuk waarbij de teller en de noemer zo klein mogelijke zijn.

Met breuken vereenvoudigen wordt het zo klein mogelijk maken van breuken bedoeld.

Slide 16 - Diapositive

DE GGD (grootste gemeenschappelijk deler).
- Kijk goed naar de teller en de noemer !
- Door welk getal kan je  zowel de telller als de noemer delen?

Hoe ging dat ook alweer?

Slide 17 - Diapositive

Vereenvoudig 5/10

Slide 18 - Question ouverte

Nu samen?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 19 - Diapositive

Nu jullie?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 20 - Diapositive

Nu jij?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Schrijf het goede antwoord op je wisbord

Slide 23 - Diapositive

Juf doet het voor

Slide 24 - Diapositive

Nu jullie

Slide 25 - Diapositive

Nu jij

Slide 26 - Diapositive

Breuken
  • Wat zijn gelijknamige breuken?
  • Wat zijn oneglijknamige breuken?
  • Wat doe je als je twee ongelijknamige breuken bij elkaar op moet tellen?

Slide 27 - Diapositive

Aan het werk
Blok 1 - week 1 - les 2


Opgave 1L
doen we samen
Snap je iets niet.
Vraag juf!!

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien