Klas 2 taalvaardigheid H4 K en B

Kies het juiste verwijswoord.
Wil je [jou|jouw] fiets even weg zetten?
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Kies het juiste verwijswoord.
Wil je [jou|jouw] fiets even weg zetten?

Slide 1 - Question ouverte

Juiste verwijswoord is? Wie heeft [me|mijn] fiets geleend?

Slide 2 - Question ouverte

Tegenwoordige tijd. (Bellen) Na schooltijd ...... Adam met zijn moeder

Slide 3 - Question ouverte

TT melden:
Suzanne ...... de diefstal bij de politie.

Slide 4 - Question ouverte

Verledentijd van Melden: Suzanne ...... de diefstal bij de politie

Slide 5 - Question ouverte

Hoe vinden we de persoonsvorm (pv) in de zin?

Slide 6 - Question ouverte

Verkleinwoord van boom is:
A
Boompje
B
Boomje
C
Boomkje

Slide 7 - Quiz

Verkleinwoord van paraplu is

Slide 8 - Question ouverte

Hoe kan je controleren of een zinsdeel een meewerkend voorwerp is?

Slide 9 - Question ouverte

Mark geeft zijn oma een bos bloemen.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een bos bloemen in de zin?
Jos heeft oma een bos bloemen gegeven.
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

Jij is in de zin een.....? Heb jij Patrick geholpen met zijn huiswerk?
A
Persoonsvorm (pv)
B
Lijdendvoorwerp(LV)
C
Onderwerp (O)
D
Meewerkendvoorwerp (MV)

Slide 12 - Quiz