Poëzie: bloemlezing en terminologie van de poëzieanalyse

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Poëzie: bloemlezing en terminologie van de poëzieanalyse

Eigen strofe

klaarleggen op de bank

Vertel me 5 dingen over Lisette Ma Neza

Het sonnet staat op pagina

1. 3
2. 6
3. 10
4. 12

Het rijmschema van dit sonnet is

1. ABBA ABBA CCD EED
2. ABBA ABBA CDC DCD
3. ABAB ABAB CCD CCE
4. ABBA ABAB CDE CDE

De volta ligt in dit gedicht op de traditionele plaats.

1. ja
2. nee

Welk(e) gedicht(en) is volgens jou een vrij vers?
(verwijs met nr. van de pagina)

Geef je voorbeeld van gepaard rijm (aabb).

Geef je voorbeeld van omarmend rijm, abba.

In welk(e) gedicht(en) is metrum belangrijk? Verwijs met paginanummer.

Geef een voorbeeld van assonantie of alliteratie

Welk vers is geen goed voorbeeld van een enjambement? (/ = een nieuwe regel begint)

1. p. 1 daar zaten we/hoog in de kersenboom
2. p. 6 want tussen droom en daad/staan wetten in de weg
3. p. 11 nu de zon nog/teder is
4. p. 16 de vierde en de negende trede/kraken

Welke vergelijking vond je? Verwijs met het paginanummer.

Welk gedicht vind jij het mooist?