H4 Th5 Weektoets 5.3

Een zintuig reageert op _ _ _ uit de omgeving
A
Impulsen
B
Prikkels
C
Zenuwen
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Een zintuig reageert op _ _ _ uit de omgeving
A
Impulsen
B
Prikkels
C
Zenuwen

Slide 1 - Quiz

De alvleesklier is geactiveerd door een impuls, via wat voor zenuwcel zal die impuls zijn gebracht?
A
Gevoelszenuwcel
B
Schakelcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 2 - Quiz

Je hand raakt iets kouds aan. Zintuigcellen in je hand maken daarom impulsen aan. Welke route nemen deze impulsen?
Zintuig
Zenuw
Hersenen
Hersen-stam
Ruggen-merg

Slide 3 - Question de remorquage

Met welk nummer is de grijze stof in het ruggenmerg weergegeven?
A
6
B
7
C
8

Slide 4 - Quiz

Waar liggen de cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen?
A
in de witte stof (schors)
B
in de grijze stof (merg)

Slide 5 - Quiz

Door welke klier wordt het hormoon adrenaline geproduceerd?
A
Schildklier
B
Bijnieren
C
Alvleesklier
D
Hypofyse

Slide 6 - Quiz

Bewegingszenuwcel
schakelcel
Gevoelszenuwcel

Slide 7 - Question de remorquage

In welk diagram is het verband tussen impulssterkte en impulsfrequentie juist weergegeven?
A
diagram 1
B
diagram 2
C
diagram 3
D
diagram 4

Slide 8 - Quiz

Een hormoonklier is een endocriene/exocriene klier omdat...
A
Endocrien, omdat het een afvoerbuis heeft
B
Exocrien, omdat het een afvoerbuis heeft
C
Endocrien, omdat het geen afvoerbuis heeft
D
Exocrien, omdat het geen afvoerbuis heeft

Slide 9 - Quiz


Welk hormoon wordt bij een suikerziektepatiënt onvoldoende geproduceerd?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline
D
Schildklierhormoon

Slide 10 - Quiz

Welke hersenen coördineren alle bewegingen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 11 - Quiz

Sleep ieder onderdeel naar de juiste plek.
Axon
Dendriet
Cellichaam
Synaps
Myelineschede

Slide 12 - Question de remorquage

Welke is juist?
A
Een spier bestaat uit 3 filamenten: actine, acetylcholine en myosine
B
De aorta bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel
C
Een spiervezel bestaat uit verschillende spierbundels
D
Een motorisch eindplaatje stuurt 1 of meerdere spiervezels aan

Slide 13 - Quiz

Wat is de verdeling van ionen binnen en buiten de cel voordat een impuls plaats heeft gevonden?
A
Veel kalium buiten de cel en veel natrium binnen de cel
B
Veel natrium buiten de cel en veel kalium binnen de cel
C
Veel natrium en kalium buiten de cel en veel negatieve ionen binnen de cel
D
Veel natrium en kalium binnen de cel en veel negatieve ionen buiten de cel

Slide 14 - Quiz

GABA is een neurotransmitter in de hersenen. Deze neurotransmitter heeft een inhiberende (remmende) werking op de impulsoverdracht. Het medicijn oxazepam versterkt de werking van GABA. Wat is een verwacht effect van oxazepam?
A
Slaperigheid
B
Slapeloosheid

Slide 15 - Quiz