B3 Regie houden op de groep

 Grip houden op de groep
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

 Grip houden op de groep

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 
  Lastige situaties in de groep 
Regie houden in de groep 
 

Slide 2 - Diapositive

Regie houden in de groep

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Beïnvloeden van groepsnormen
De deelemers hebben invloed, maar jij als begeleider ook!
In de eerste 6 weken wordt de norm gezet! 
Veel communicatie in deze weken 

Neem de tijd, nu investeer je in de toekomst (performing).​
Stel de juiste vraag zodat deelnemers  uitgedaagd worden tot het formuleren van een positieve norm,.
Laat je als begeleider niet van de wijs brengen door de stormingfase, stel je positief op!


Slide 5 - Diapositive

4 waarden en normen voor een positieve groep 

  1. Iedereen voelt zich veilig in de groep
  2. We respecteren elkaar 
  3. We communiceren positief met elkaar 
  4. We werken samen en helpen elkaar 

Slide 6 - Diapositive

Hoe heb jij invloed op de norm: Iedereen voelt zich veilig in de groep?

Slide 7 - Question ouverte

Deviant gedrag 
= Het vertonen van gedrag afwijkend van de groepsnorm.
Dit kan pas als de groepsnormen zijn vastgesteld (performing)

Varianten deviant gedrag:​
  • Groep uiteengevallen in subgroepen waarvan 1 subgroep duidelijk andere normen hanteert,​
  • Aantal deelnemers horen niet bij de groep (outcast) en vertonen deviant gedrag,​
  • Een deelnemer heeft een sterk individualistisch karakter en probeert andere norm in de groep te krijgen,​





Slide 8 - Diapositive

Waar denk je aan bij
orde houden?

Slide 9 - Carte mentale

Ik vind het belangrijk dat de deelemers mij aardig vinden
Eens
Oneens

Slide 10 - Sondage

Pas als in streng ben is het duidelijk voor de deelnemers wat ik van hen verwacht
Eens
Oneens

Slide 11 - Sondage

Slide 12 - Vidéo

Consequent begeleidingsgedrag
  • Consequent = 'streng zijn': dat wil zeggen je hoeft niet streng te zijn als je de afspraken consequent handhaaft
  • Consequent = duidelijk: omdat de reactie of consequentie altijd gelijk is weten de deelemers wat er van hen wordt verwacht
  • Consequent = aardig gevonden worden: deelemers kunnen jou vertrouwen, omdat ze weten wat ze aan je hebben

Slide 13 - Diapositive

Daar komen we weer op de zes eerste weken...
In de eerste zes weken bouw je aan de band met de deelnemers Omdat die band er nog niet is, kun je die band ook nog niet erg beschadigen. Zet daarom nu duidelijk jouw norm!
Stel afspraken op en leef deze consequent na. 
Dit is de fase waarin deelnemers de begeleider 'uitproberen'.
Wees nu dus consequent, je investeert in de toekomst (performing)!

Slide 14 - Diapositive

De escalatieladder
Welke consequentie hangt aan welke overtreding van de regels?

Slide 15 - Diapositive

2

Slide 16 - Vidéo

03:08
Je zoekt dus iets dat bij jou past!
consequenties voor het overschrijden van afspraken en regels

Het moet wel duidelijk zijn = 
consequent naar gehandeld worden


Slide 17 - Diapositive

04:21
Maak in een tweetal een escalatieladder. Kies een regel, wat zijn jullie consequenties?

Slide 18 - Question ouverte

In dit filmpje wordt gesproken over een schrijfstraf. Wat vind jij van een schrijfstraf?

Slide 19 - Question ouverte

De 'ik-boodschap'
1. benoemen van het gedrag: Ik zie/merk … (objectieve observatie) ​

2. benoemen wat het met je doet: dan heb ik het idee/gevoel dat je …………………​
3. benoemen wat je wil: en ik wil graag…………………

Slide 20 - Diapositive

Schrijf een 'ik-boodschap'
Tegen een kind die door blijft praten terwijl jij om stilte vraagt​

Tegen een kind die steeds op de tafel tikt​
Tegen een kind die niet zijn spullen heeft opgeruimd​
Tegen een kind die niet komt als je hebt geklapt om naar binnen te gaan​
Tegen een kind die zit te fluisteren met haar buurvrouw tijdens jouw uitleg​
Tegen een kind die blijft stuiten met de bal tijdens jouw uitleg​
Tegen een kind die steeds komt vertellen dat anderen iets fout doen​
Tegen een student die steeds op zijn of haar telefoon kijkt






Slide 21 - Diapositive

wandel-wissel uit
wissel de ik-boodschap uit

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive