Detail klantencontact 10
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Klantcontact kan op verschillende plaatsen. Wat is geen voorbeeld van klantcontact
A
Een klant vraagt een andere kleur shirt aan de verkoper
B
Johan bestelt online een nieuw boek
C
José hoort op de radio een reclame over gezonde voeding
D
De leidinggevende geeft de medewerker een compliment
Slide 5 - Quiz
Als je op de kassa een bedrag hebt ingevoerd moet je altijd
A
Een punt gebruiken in het bedrag
B
Precies narekenen of het klopt
C
Een productgroep kiezen
D
Moet je altijd op subtotaal drukken
Slide 6 - Quiz
Welke van deze winkels is een zelfbedieningswinkel
A
Footlocker
B
Phone house
C
Aldi
D
Intertoys
Slide 7 - Quiz
Een primaire behoefte is
A
Bijvoorbeeld een telefoon
B
Noodzaak
C
Iets wat iemand graag zou willen hebben
D
Een wens
Slide 8 - Quiz
Willem koopt een brood. Hij vervult hiermee een ............ behoefte.
Welk woord hoort op de ..............
Welk woord hoort op de ..............
A
Tertiaire
B
secundaire
C
primaire
D
wens
Slide 9 - Quiz
Wat doe je niet bij een begroeting
A
Aankijken
B
Aandacht geven
C
Oogcontact
D
Aanraken
Slide 10 - Quiz
Een klacht is .......
A
Gezeur
B
Een uiting van ontevredenheid
C
Een speciale klant
D
Niet zinvol voor een winkel
Slide 11 - Quiz
Een klacht is .......
A
Gezeur
B
Een uiting van ontevredenheid
C
Een speciale klant
D
Niet zinvol voor een winkel
Slide 12 - Quiz
Een klacht kan gaan over?
A
Een mens
B
Een product
C
Een organisatie
D
Een oplossing
Slide 13 - Quiz
Een klacht kan je niet .......... indienen
A
Middels een klachtenformulier
B
Via internet
C
Persoonlijk
D
Zonder contact
Slide 14 - Quiz
Het geeft vertrouwen als .......
A
Iemand niet bereikbaar is
B
Een website veel fake nieuws verspreidt
C
Er veel klachten zijn
D
Iemand weet waar hij het over heeft
