Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
A
complementaire artikelen
B
substitutie artikelen
C
follow-up artikelen
Slide 1 - Quiz
Een product kan niet bestaan door het andere product. Hoe noem je deze producten?
A
substitutie artikelen
B
complementaire artikelen
C
follow-up artikelen
Slide 2 - Quiz
A
complementaire artikelen
B
substitutie artikelen
C
follow-up artikelen
Slide 3 - Quiz
A
complementaire artikelen
B
substitutie artikelen
C
follow-up artikelen
Slide 4 - Quiz
A
complementaire artikelen
B
substitutie artikelen
C
follow-up artikelen
Slide 5 - Quiz
Toetsterm 4.5
Slide 6 - Diapositive
Wat is gedifferentieerde marketing?
A
1 marketingstrategie aan de gehele doelgroep
B
hetzelfde als geconcentreerde marketing
C
het tegenovergestelde van segmentatie
D
voor ieder segment een andere marketingstrategie
Slide 7 - Quiz
Line extension
Een productlijn uitbreiden, bijvoorbeeld een nieuwe smaak. Er ontstaat geen compleet nieuw product
Slide 8 - Diapositive
Line stretching
Voorbeeld van line extension: er worden producten (naar boven of beneden) aan het assortiment toegevoegd die niet binnen de oorspronkelijke productlijn vallen > trading up/trading down
Slide 9 - Diapositive
Trading up/Trading down
Trading up = Toevoegen aan het assortiment van één of meer artikelen met een in verhouding tot het oorspronkelijke assortiment relatief hoge prijs en/of kwaliteit
Trading down = Het toevoegen van een lager geprijsd artikel aan het assortiment om hiermee een grotere doelgroep te bereiken
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
A
trading up
B
trading down
Slide 12 - Quiz
A
trading up
B
trading down
Slide 13 - Quiz
Line filling
Voorbeeld van line extension: opvullen van het assortiment (horizontaal).
Slide 14 - Diapositive
Noem een motief om line filling te gebruiken.
Slide 15 - Question ouverte
Brand extension
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Wat is brand extension?
A
Het opzetten van een bedrijf met een nieuwe merknaam
B
Een nieuw merk op de markt brengen
C
Een duidelijke samenwerking tussen verschillende merken
D
Het uitbreiden van een merk met een ander product.
Slide 18 - Quiz
Een producent van theezakjes brengt, onder dezelfde merknaam, twee nieuwe smaken thee op de markt. Van welke merkstrategie is hier sprake?
A
Brand extension
B
Co-branding
C
Joint promotion
D
Line extension
Slide 19 - Quiz
line extension
brand extension
co-branding
Slide 20 - Question de remorquage
Het gebruiken van een bestaande merknaam voor nieuwe productcategorieën heet...
A
Line extension
B
Brand extension
C
Joint promotion
D
Co-branding
Slide 21 - Quiz
Het toevoegen van een lager geprijsd artikel aan het assortiment om hiermee een grotere doelgroep te bereiken
A
Trading up
B
Trading down
C
Joint promotion
D
co-branding
Slide 22 - Quiz
line extension
brand extension
co-branding
Slide 23 - Question de remorquage
In Eindhoven werken bloemenwinkels steeds meer samen. Hierdoor kopen zij steeds vaker rechtstreeks in bij de kwekers.
Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 24 - Quiz
De wijn en notenhandelaar besluit alleen nog wijn te gaan verkopen
A
parallellisatie
B
specialisatie
C
integratie
D
differentiatie
Slide 25 - Quiz
De autodealer besluit de autowerkplaats af te stoten
A
parallellisatie
B
specialisatie
C
integratie
D
differentiatie
Slide 26 - Quiz
Een horecagroothandel, besluit meerdere delicatessenzaken te openen, waar men rechtstreeks aan consumenten gaat leveren. Hoe wordt deze beweging in de bedrijfskolom ook wel genoemd?
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 27 - Quiz
Hoe heet het als een bedrijf zijn assortiment uitbreidt met andere productgroepen?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie
Slide 28 - Quiz
Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?