voortgang leidinggeven theorie periode 7

• Facilitair Leidinggevende
• MBO
• Studiejaar 2

Voortgang leidinggeven periode 7

Hoofdstuk 3: Het werkoverleg 

- Soorten vergaderingen 

- Criteria voor een effectief en efficiënt werkoverleg 
- Begrippen 

Hoofdstuk 7: Het begeleider van medewerkers 

- Instructies en opdrachten

- Instructies geven 
- Enkelvoudige en samengestelde opdrachten

- Motiveren van medewerkers

- Evalueren 
- Feedback (4 G's)

- Reflecteren 

Welke drie onderdelen horen onder andere in een uitnodiging voor een vergadering te staan?

1. De locatie van de vergadering, het aanvangstijdstip, de eindtijd
2. De locatie van de vergadering, het aanvangstijdstip, parkeergelegenheid
3. Welke mensen er uitgenodigd zijn, het aanvangstijdstip, soort vergadering
4. Welke mensen er uitgenodigd zijn, het aanvangstijdstip, welke vergaderruimte

Wat is de taak van een notulist(e) bij de vergadering?

1. Maakt een verslag met besluitenlijst en actiepunten van de vergadering
2. Schrijft alléén op wat er besloten is.
3. Schrijft op wat er letterlijk gezegd wordt tijdens de verdagering.
4. Stuurt de uitnodiging voor de vergadering.

Wat houdt het DUA-principe in als het gaat om het maken van heldere en duidelijke afspraken?

1. Doorslag, Aanpak, Uitkomst
2. Doorvragen, Aanpassen, Uitdenken
3. Duidelijk, Acceptabel, Uitvoerbaar
4. Duidelijk, Actueel, Uitvoerbaar

Hoe verloopt het vaste besprekingsschema bij een vergadering?

1. Informeren en motiveren, discussiëren, beslissen, taken verdelen
2. Informeren en motiveren, taken verdelen, discussiëren, beslissen
3. Taken verdelen, discussiëren, beslissen, informeren en motiveren
4. Taken verdelen, informeren en motiveren, discussiëren, beslissen

Wat is feedback?

1. Beoordelen van een medewerker
2. Een enquête houden.
3. Negatieve kritiek geven.
4. Terugkoppeling geven.

Waarom zijn gemotiveerde medewerkers belangrijk binnen een bedrijf?

1. Halen een hogere productiviteit.
2. Leveren betere prestaties.
3. Minder ziekteverzuim.
4. Alle antwoorden zijn juist.

Geef aan of de stelling JUIST of ONJUIST is.
I Gemotiveerde medewerkers zullen zich nooit kritisch opstellen t.o.v. de werkgever.
II Feedback is altijd negatief.

1. Alleen stelling I is juist.
2. Alleen stelling II is juist.
3. Beide stellingen zijn juist.
4. Beide stellingen zijn onjuist.

Je collega werkt slordig. Je hebt in de gaten dat ze veel dingen niet heeft gedaan. Wat kun je het best doen?

1. Geef de kritiek bij voorkeur wanneer er ook andere mensen bij zijn.
2. Geef haar alleen negatieve feedback.
3. Vraag of je collega de situatie herkent en je gevoel begrijpt.
4. Wees duidelijk en begin haar aan te spreken met ‘jij’.

Waarvoor staan de vier G’s van effectief feedback geven?

1. Gedrag, gevoel, gevolg, gewenst
2. Gedrag, gevoel, gevolg, gezamenlijk
3. Gedrag, gevoel, gezamenlijk, gewenst
4. Gedrag, gezamenlijk, gevolg, gewenst

Kortom, hoe sta je ervoor?

Toets voorbereiding volgt!