Werkwoordspelling - persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?
0100
1 / 24
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?
0100

Slide 1 - Sondage

Wat is de stam van het werkwoord 'wandelen'?

Slide 2 - Question ouverte

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik
Jij/je/u
Hij/zij/het
Wij/jullie/zij
ik-vorm
ik-vorm + t
ik-vorm + t
Hele werkwoord

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Let op! De antwoorden zijn hoofdlettergevoelig. 

Slide 8 - Diapositive

(Worden) Mijn oma _______ vandaag 83 jaar.

Slide 9 - Question ouverte

(Rennen) Ik _____ de marathon zonder problemen.

Slide 10 - Question ouverte

(Vallen) ______ jij soms van je fiets?

Slide 11 - Question ouverte

(Schrijven) De auteur _____ dat boek tijdens haar vakantie.

Slide 12 - Question ouverte

(Verhuizen) _______ je zus naar de stad?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Reflectie
Er volgen een paar stellingen over het gebruik van LessonUp tijdens onze lessen. 

Slide 17 - Diapositive

Door het competitie-element wilde ik beter mijn best doen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Door met LessonUp te werken, blijf ik beter bij de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Ik ben in de mogelijkheid om een extra apparaat naast mijn laptop te gebruiken tijdens de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Wat heb je liever?
PowerPoint
LessonUp
Iets anders

Slide 21 - Sondage

De volgende keer wil ik winnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Hoe tevreden ben je over je eigen inzet tijdens de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Wat zou jij ZELF nog willen veranderen?

Slide 24 - Carte mentale