19/9 - Kb2 - Lezen en spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom Kb2B

Agenda

Inloop + Absentie -  5 min

Geheugen opfrissen - 5 min

Instructie §6 - 5 min

Zelfstandig werken - 10 min

Nakijken - 10 min

Even wat anders - 10 min

Reflectie – 5 min

Geheugen opfrissen

We hebben nu vier paragrafen behandeld: 

1) Hoofdletters  2) Komma  3) Leestekens ( : ' ' ) 4) Bijvoeglijk naamwoord.

Hoe werken deze spellingregels voor Bijvoeglijke naamwoorden ook alweer:

• De S/z Regel (Grijs - de _______ man)
• De F/v Regel  Lief - de ________ hond)
• Letter dubbelen (Fris  - een  _______ geur)
• Klinker weglaten (Traag  - de ________ schildpad)

Wat is een STOFFELIJK bijvoeglijk naamwoord?   (Hout : een _____ paard)

Geheugen opfrissen

We hebben nu vier paragrafen behandeld: 

1) Hoofdletters  2) Komma  3) Leestekens ( : ' ' ) 4) Bijvoeglijk naamwoord.

Welke spellingregels zijn dit ook ook alweer:

• De S/z Regel (Grijs - GrijZe?)
• De F/v Regel  Lief - LieVe?)
• Letter dubbelen (Fris  - FriSSe?)
• Klinker weglaten (Traag  - TrAge?)

Wat is een STOFFELIJK bijvoeglijk naamwoord?   (Hout : een HOUTEN  paard)

Instructie §6

Zelfstandige naamwoorden - meervoud en enkelvoud

Hier maak je een meervoud van door achter het woord -s of -en te zetten: (feestEN)   (tafelS)  (hondEN)   (SpeldjeS)

Let op! Gebruik ook hier deze spellingregels:

• De S/z Regel (Sluis - SluiZen)
• De F/v Regel ( Duif - duiVen)
• Letter dubbelen (Brug - BruGGen)
• Klinker weglaten (Boot - Boten)

Zelfstandig werken

Maak zelfstandig: 

• Opdracht 2, 3 en 4 van §6 (blz. 235)

Klaar? Check of je alles gemaakt hebt van de eerdere weektaak:

• Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 230 en 231 (§4)
  
• Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 232 en 233 (§5) 

Ook daarmee klaar? Oefen dan extra met opdrachten van eerdere paragrafen. Maak bijvoorbeeld (online) §1: herhaling leerjaar 2

Nakijken

We kijken klassikaal  opdracht 2 en 4 na

Even wat anders...

Flipping

Nodig: een voorwerp (zoals een tennisbal, etui of gum) en een tafel. Twee spelers staan aan beide kanten van de tafel. De docent is de spelleider. Hij geeft alle deelnemende spelers de opdracht om vast dingen met twee handen vast te pakken zoals “tafel” of “hoofd”. Wanneer de leider echter “Flipping!” roept moeten beide spelers zo snel mogelijk proberen het voorwerp in het midden van de tafel te pakken. De speler die het voorwerp heeft wint de ronde.

Reflectie

Ik ga iedere les met jullie reflecteren. Dat betekent: jullie mogen zeggen wat je van de les vond. 

• Wat vond je goed gaan? 
• En wat vond je niet goed? 
• Heb je misschien ideeën/tips voor een volgende les? 

Tweede stelling

 Er moet een schooluniform worden ingevoerd!

Iedere groep krijgt 5 minuten om argumenten te bedenken

Daarna debatteren we 5 minuten

De docent geeft de beurt! Wil je reageren? Ga staan!

Derde stelling

Mobieltjes moeten verboden worden op school!

Iedere groep krijgt 5 minuten om argumenten te bedenken

Daarna debatteren we 5 minuten

De docent geeft de beurt! Wil je reageren? Ga staan!

Reflectie

Ging het debat zoals jullie hadden gedacht?

Wat vond je goed gaan? 

Wat kon beter?

Wat zou jij volgende keer anders doen?

Heb je tips hoe we nog beter kunnen debatteren met elkaar?

Welkom T3

Mobiel opbergen in de  telefoontas.

Pak het lesboek alvast er bij.

Weet jij wat deze woorden betekenen? 

1. Geronfobie
2. Annus Horribilis
3. Epibreren

Agenda eerste uur

• Inloop/Absentie - 5 min
• Debatteren - Het jongerenlagerhuis: voorbeeldfilmpje youtube - 10 min
• Even het geheugen opfrissen - 5 min
• Zelfstandig werken: Grammatica H1 - 10 min
• Bespreken opdrachten: 5 min
• Samenwerken - 15 min

Geheugen opfrissen

Wat zijn leestekens? 

Wat is een citaat? 

Hoe noteer je dit correct  n een zin?

Punt, komma, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt.

Citeren/citaat: 

1. Jan zei: "Maak JE HUISWERK NOU EENS!"
2. "Morgen ga ik echt leren voor de toets Nederlands!", zei Kyshairo.

Aan de slag: Taalverzorging h1

• H1 grammatica; opdracht 1 tm 5 blz. 30,31
  
• H1 Spelling; Maak opdracht 1 tm 6 op blz. 32 en 33. 

10 minuten zelfstandig aan de slag, dan bespreken we wat opdrachten na. Daarna gaan we samenwerken aan de verdere opdrachten. 

Pak je werkboek op blz.30/31

Werk in je schrift

Zinsdelen: maak opdracht 1 t/m 5