Hoofdstuk 4: levensfases - ontwikkeling peuter

Hoofdstuk 4: levensfases - ontwikkeling peuter
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch handelenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: levensfases - ontwikkeling peuter

Slide 1 - Diapositive

Wat typeert de fysieke ontwikkeling in het eerste levensjaar?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is typisch voor een baby van 6 maand op vlak van grove motoriek?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is typisch voor de smaak van een baby?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is typisch voor 'het zicht' als een baby 6 maand oud is?

Slide 5 - Carte mentale

Rond welke leeftijd zegt een baby zijn eerste woordje?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is objectpermanentie?

Slide 7 - Carte mentale

Wat wil scheidingsangst betekenen?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo

Fysieke ontwikkeling peuter
  1. Lichamelijke ontwikkeling peuter
  2. Motorische ontwikkeling 
  3. Sensorische ontwikkeling 

Slide 10 - Diapositive

  1. Lichamelijke ontwikkeling peuter 
  • 6 maand = eerste snijtanden
  • Einde peuterleeftijd = volledig melkgebit (20 hoektanden en kiezen)
  • Melkgebit tot 6 jaar => daarna wisseling volwassen gebit

Slide 11 - Diapositive

    2. Motorische ontwikkeling
  • Meer en meer controle over de spieren = stappen + kleine bewegingen met de vingers
  • Controle sluitspieren= belangrijke voorwaarde zindelijkheidstraining (vanaf 2 jaar) 

Slide 12 - Diapositive

3. Sensorische ontwikkeling
Zintuigen ontwikkelen zich tot een gedetailleerde en specifieke waarneming
 
  • Beter oogbewegingen controleren
  • Zicht scherper afstellen
  • Meer waarnemen dankzij de ontwikkeling van de hersenen.

--> Spelenderwijs stimuleren

Slide 13 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling peuter
  1. Ontwikkeling van het denken 
  2. Taalontwikkeling
  3. Persoonlijkheids-ontwikkeling 

Slide 14 - Diapositive

1. Cognitieve ontwikkeling peuter
Maakt een sterk intellectuele ontwikkeling door, omdat de hersenen groeien.
  • Denken in hier en nu: peuter kan moeilijk vooruitdenken. Experimenteert zonder de gevolgen van zijn handelingen in te schatten.
  • Egocentrisme: De peuter is ervan overtuigd dat anderen alles horen, zien en weten wat hij zelf hoort, ziet en weet. 

Slide 15 - Diapositive

1. Cognitieve ontwikkeling peuter
  • Magisch denken: Peuter = creatief en heeft veel verbeelding. Leert veel bij door fantasiespelletjes. Kan wel niet altijd onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid

  • Symbolisch denken: merkt steeds meer gelijkenissen en verschillen op. Hij gebruikt symbolen bewuster.

  • Oorzaak en gevolg: Tussen 18 - 24m begint de peuter te beseffen wat de gevolgen zijn van zijn handelen. Hij denkt na over oorzaak en gevolg. 


Slide 16 - Diapositive

2. Taalontwikkeling
Taalvermogen gaat in razend tempo vooruit.
  • 1 jaar: losse woordjes + eenwoordzinnen
  • 2 jaar: tweewoordzinnen
  • 3 jaar: korte meerwoordenzinnen

Slide 17 - Diapositive

3. Persoonlijkheids- ontwikkeling
Peuter voelt een sterke behoefte om zelfstandig te zijn. Stoot op verschillende beperkingen:
  • lichamelijke en motorische beperkingen: kan nog niet alles wat hij wil doen

  • verbale beperkingen: kan ook nog niet alles zeggen wat hij wil. Voelt zich vaak onbegrepen

  • grenzen die ouders stellen: soms wil de peuter iets doen, maar mag dit niet. 

--> Drang naar zelfstandigheid en de beperkingen die hij hierbij ervaart = gefrustreerde peuter =                             peuterpuberteit

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Socio - emotionele ontwikkeling peuter
  1. sociale ontwikkeling
  2. emotionele ontwikkeling 

Slide 20 - Diapositive

1. Sociale ontwikkeling
  • Solospel: peuter kan nog niet samenspelen met leeftijdsgenootjes

  • Parallel spel: peuter speelt in de buurt van leeftijdsgenootjes, maar niet met elkaar

  • Toekijkend spel: genieten van het kijken naar hoe andere kinderen spelen 

Slide 21 - Diapositive

2. emotionele ontwikkeling
Peuterangsten:
  • scheidingsangst
  • angst voor vreemden
  • angst voor dieren
  • angst voor lawaai
  • angst voor donker

Hebben nog geen realistisch beeld van wat ze kunnen. Peuters = egocentrisch, toch weten ze dat andere ook emoties hebben. 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien