H4.1

LESDOEL:
Aan het einde van de les;
- weet je hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond.
- weet je hoe de geldeconomie zich ontwikkelde.
- hoe ambachtlieden en handelaren samenwerkten.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LESDOEL:
Aan het einde van de les;
- weet je hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond.
- weet je hoe de geldeconomie zich ontwikkelde.
- hoe ambachtlieden en handelaren samenwerkten.

Slide 1 - Diapositive

Tijd van steden en staten (1000-1500)
Periode: middeleeuwen

Slide 2 - Diapositive

Reconstructie van het domein van Vlaardingen van de graaf Dirk III van Holland.

Slide 3 - Diapositive

Veranderingen op het platteland
Vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:
- Domeinheren lieten  boeren moerassen droogleggen, waardoor er meer grond kwam.
- Boeren verbeterden hun landbouwtechniek: 
Vb.  ijzeren ploeg



Slide 4 - Diapositive

ijzeren ploeg
halsjuk

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

tussen 1000 en 1300 verdubbelde de Europese bevolking zich!

Slide 7 - Diapositive

Gevolgen:
  • Grotere oogst, meer voedsel, 
  • mensen leven langer
  • bevolking groeit en er is voedsel over!
--> ontstaan van de handel.

Slide 8 - Diapositive

Handel
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten. 

- knooppunten van land- en waterwegen.
- bij een kastelen en kloosters

Hierdoor groeit de handel.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Vraag: Hoe werd er betaald in de vroege Middeleeuwen
(500-1000)
A
Met munten
B
Door het ruilen van gemaakte spullen of opbrengst van de landbouw.
C
Met wisselbrieven
D
Met schelpen

Slide 11 - Quiz

Antwoord
Ruilhandel. De mensen op een domein maakten hun spullen zelf of ruilden spullen.
Pacht werd ook in natura betaald.

Onhandig voor de domeinheer, want graan en eieren kon je slecht bewaren en onhandig voor de boeren: ruilen op de markt lastiger dan.....met geld betalen.

Slide 12 - Diapositive

Nog een probleem...
Ieder koninkrijk en stad had een eigen munt.
Oplossing: geld wisselen.

Handel en nijverheid namen toe.

Slide 13 - Diapositive

Reizen was voor handelaren gevaarlijk.
Hoe kwam dat?
A
ze hadden veel geld bij zich
B
ze hadden dure koopwaar
C
er was veel armoede
D
eigenlijk is alles wel goed

Slide 14 - Quiz

oplossing?
A
geld naar de bank brengen
B
geld goed verstoppen

Slide 15 - Quiz

Geld naar de bank

Slide 16 - Diapositive

Er kwamen wisselbrieven

Slide 17 - Diapositive

Zet de tekstblokken in de juiste volgorde van vroeger naar laat. 1= Wat gebeurde er eerst, daarna 2, etc etc
1
2
3
4
5
Er ontstonden steden.
Er kwam meer voedsel, waardoor de bevolking groeide.
Moerassen werden drooggelegd.
Handelaren en ambachtslieden gingen dicht bij de markt wonen.


Landbouwoverschotten werden op de markt verkocht.

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Vidéo

Samenwerking
  • Ambachtslieden moesten lid zijn van een gilden.

  • Gilden is een vereniging van mensen met hetzelfde beroep. 

Slide 20 - Diapositive

Samenwerking
Gilden zorgden voor: 
  • Dezelfde manier goede producten maken (kwaliteit)
  • Zorgden voor een de opleiding van nieuwe ambachtslieden. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Handel
Op de markten werden: 
  • Producten uit de omgeving verkocht
  • Producten uit andere landen verkocht. (internationale handel)

Internationaal (Verschillende volken)

Slide 23 - Diapositive

Handel
Om de internationale handel te bevorderen werd de Hanze opgericht. 

De Hanze: Een verbond tussen steden aaan de Noordzeen en Oostzee. 

Zij vroegen elkaar geen Tol. (Belasting voor het gebruik van wegen, rivieren of bruggen.)



Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Lien

Voeg een foto toe van de gemaakte puzzel.

Slide 27 - Question ouverte

Maak de juiste combinaties.
De Hanze
Geldwisselaar
Tijd van steden en staten
Ijzeren ploeg
Ontstaan bij knooppunten van land en waterwegen of bij een kasteel/klooster.

Slide 28 - Question de remorquage