Functioneringsgesprek

Functioneringsgesprek
Mondeling examen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Functioneringsgesprek
Mondeling examen

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van een functioneringsgesprek?

Slide 2 - Carte mentale

Het voeren van een functioneringsgesprek is vanuit de werkgever verplicht?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Het doel van een functioneringsgesprek is:
A
Terugblikken op functioneren
B
Verbeteren van prestaties
C
Verbetering, bijsturen en ontwikkeling
D
De prestaties beoordelen

Slide 4 - Quiz

Tijdens het functioneringsgesprek blijft de hiërarchie tussen werkgever en werknemer intact.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Tijdens het functioneringsgesprek geeft de leidinggevende zijn of haar wensen aan tov jouw ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Het geven van feedback is een onderdeel van het functioneringsgesprek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Tijdens de afronding van het functioneringsgesprek
A
Bedank je elkaar
B
Weet je wat je anders moet doen
C
Zijn er afspraken gemaakt
D
Heb je het afgelopen jaar geëvalueerd

Slide 8 - Quiz

Verloop van functioneringsgesprek
  • Opening
  • Korte terugblik
  • Bespreken van functioneren (voorbereiding!!!!)
  • Discussie met je leidinggevende
  • Hoe zie jij de samenwerking tussen collega's en leidinggevende?
  • Discussie over feedback*
  • Afronding (het maken van afspraken)

Slide 9 - Diapositive

Het geven van feedback
  • Relatie tussen collega's verbeteren
  • Goede prestaties en gedrag vooropstellen en stimuleren
  • Negatieve prestatie en gedrag aanpassen
  • Het begrip voor elkaar vergroten


Slide 10 - Diapositive

Het geven van feedback (4g's gedrag / gevoel / gevolg / gewenst)
  • Constructief (opbouwend en zowel positief als negatief)
  • Spreek vanuit jezelf
  • Wees concreet
  • Inlevingsvermogen
  • Sta open voor een reactie
  • Feedback geven op prestatie en niet op de persoon
  • Het juiste moment

Slide 11 - Diapositive

'Maak het eens concreet'
  • Situatie
  • Taak
  • Actie
  • Resultaat
  • Reflectie
  • Transfer

Slide 12 - Diapositive