thema 'het formulier en de agenda' les 4

Thema 'het formulier en de agenda'
les 4
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 'het formulier en de agenda'
les 4

Slide 1 - Diapositive

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
gaan
Wij gaan elke dag naar school.
komen
Mijn vriendin komt op bezoek.

Slide 2 - Diapositive

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

roken
Roken is slecht voor de gezondheid.
trouwen
Mijn vriend trouwt volgende week met zijn vriendin.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

getrouwd
Mijn ouders zijn al 50 jaar getrouwd.
vandaag
Vandaag is het dinsdag.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

morgen
Morgen is het woensdag.
gisteren
Gisteren was het maandag.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

overmorgen
Overmorgen is het donderdag.
eergisteren
Eergisteren was het zondag.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

anoniem
Hij schreef anoniem een bericht op Facebook.
legaal
Drugs zijn niet legaal in Nederland.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oud
Ik heb een oude auto, maar hij rijdt nog goed.
jong
Onze hond is nog heel jong. Hij is pas 4 weken.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

niet
Het is zondag, dus ik hoef niet naar school vandaag.
wel
Vandaag kan ik niet, maar morgen wel.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

betekenissen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

betekenissen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
vandaag
B
misschien
C
morgen
D
eergisteren

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met het woord
"roken".

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met het woord
"komen".

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met het woord
"anoniem".

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met het woord
"getrouwd".

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent
"legaal"?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met het woord
"gaan".

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions