Les vrijdag_KERN 40_antwoorden nakijken

Welkom klas!

Startklaar maken:
  • Map, etui, laptop dicht op tafel. 
  • Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

timer
5:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas!

Startklaar maken:
  • Map, etui, laptop dicht op tafel. 
  • Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk nakijken.
3. Tekst lezen + literaire begrippen toepassen.

Slide 2 - Diapositive

1. Huiswerk nakijken
>> Via LessonUp (5 vragen)

Slide 3 - Diapositive

PTO-4 lesstof

Slide 4 - Diapositive

1. Maak 2 goede zinnen met het woord 'dialoog'. (R)

Slide 5 - Question ouverte

2a. Wie heeft onderstaande zin gezegd?

"Het onderzoek richt zich specifiek op kenmerken van zenuwcellen in de hersenen'.
A
Scholier
B
Politieagent
C
Hoogleraar

Slide 6 - Quiz

3a. Zet in de directe rede:
Hij vroeg me welke bus hij moest nemen naar het station.

Slide 7 - Question ouverte

4a. Zet in de indirecte rede.
'Wil je met me trouwen?, vraagt Jamie aan zijn vriendin.

Slide 8 - Question ouverte

5a. Parafraseer de volgende zin:
"Dat vind ik echt een enorme rotstreek van je!', schreeuwde Hannah.

Slide 9 - Question ouverte

Fictie op PTO-4
KERN 24: plot.
KERN 39: Setting & Sfeer.
KERN 40: Dialoog.

Slide 10 - Diapositive

KERN 24
Plot: het begin, verloop, en einde van wat een personage meemaakt in een verhaal.

Hoe kan een plot verlopen?
- springen tussen verhaallijnen van personages.
- cliffhanger.
- uitstellen van de ontknoping.
- plotwending.

Slide 11 - Diapositive

Aantekeningen KERN 39 (Werkblad)

1. Setting: de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. 

Uit welke onderdelen bestaat de setting? (Ezelsbruggetje: PTO)

  • Plaats: geografische plaats -> land, stad, dorp, straat, landschap...
  • Tijd: historische tijd ->  jaren 40, jaargetijde, maand, dag, moment op de dag...
  • Omstandigheden -> hongerwinter, vakantie, opstand, oorlog


Slide 12 - Diapositive

2. Sfeer 
De manier waarop schrijver de omgeving beschrijft.
 
Hoe doet een schrijver dat? 
Hij beschrijft wat je ziet, hoort, ruikt en voelt. 

Slide 13 - Diapositive

KERN 40 - Dialogen in een verhaal
Manier 1. Directe rede - Schrijf gesprek letterlijk op, gebruik ""
De docent zei:"Doe je telefoon weg en ga fatsoenlijk zitten."
"
Manier 2. Indirecte rede - Je schrijft niet letterlijk op, geen "" 
De docent zei dat Sara haar telefoon weg moest doen en moest gaan zitten. 

Manier 3. Parafraseren - In eigen woorden samenvatten
 Sarah moest van de docent haar telefoon wegdoen en fatsoenlijk gaan zitten. 

Slide 14 - Diapositive

2. Tekst lezen + vragen
Wat?
a. Lees de tekst.
b. Maak de vragen
- Wat kom je te weten over het plot?
- Onderstreep de directe redes in het verhaal.
- Wat je te weten over de setting en de sfeer?
Tijd?
10 minuten
Hulp nodig?
KERN 24, 39 en 40. 
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Les vrijdag_KERN 40_antwoorden nakijken

Slide 16 - Diapositive