Hoe voer je een helpend gesprek?

Hoe voer je een helpend gesprek?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je wat een helpend gesprek is en hoe je dit voert.

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te beheersen.

Wat weet jij al over het voeren van helpende gesprekken?

Wat is een helpend gesprek?

Een helpend gesprek is een gesprek waarbij je de ander helpt om zijn of haar problemen op te lossen.

Definieer wat een helpend gesprek is en leg uit waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te beheersen.

Actief luisteren

Actief luisteren is een belangrijk onderdeel van een helpend gesprek. Dit betekent dat je aandacht hebt voor de ander en doorvraagt als je iets niet begrijpt.

Leg uit wat actief luisteren is en geef voorbeelden van hoe je dit kunt toepassen in een gesprek.

Open vragen stellen

Door het stellen van open vragen stimuleer je de ander om meer te vertellen over zijn of haar probleem.

Leg uit wat open vragen zijn en geef voorbeelden van hoe je dit kunt toepassen in een gesprek.

Empathie tonen

Empathie tonen betekent dat je begrip hebt voor de ander en zijn of haar gevoelens serieus neemt.

Leg uit wat empathie tonen is en geef voorbeelden van hoe je dit kunt toepassen in een gesprek.

Samenvatten en doorvragen

Door het samenvatten van wat de ander vertelt en door te vragen of je het goed begrepen hebt, voelt de ander zich gehoord en begrepen.

Leg uit waarom het belangrijk is om samen te vatten wat de ander vertelt en geef voorbeelden van hoe je dit kunt toepassen in een gesprek.

Feedback geven

Feedback geven is een belangrijk onderdeel van een helpend gesprek. Dit betekent dat je de ander vertelt wat je hebt waargenomen en wat je daarvan vindt.

Leg uit waarom feedback geven belangrijk is en geef voorbeelden van hoe je dit kunt toepassen in een gesprek.

Oefenen

Oefen met het voeren van een helpend gesprek door middel van een rollenspel of andere interactieve oefening.

Geef instructies voor het oefenen van het voeren van een helpend gesprek en begeleid de studenten tijdens de oefening.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.