Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Onderwerp en persoonsvorm
Onderwerp en persoonsvorm
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Basisschool
Groep 5
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Onderwerp en persoonsvorm
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Hoe vind je een persoonsvorm?
Maak de zin vragend.
Zet de zin in een andere tijd.
Zet de zin in het meervoud als deze in het enkelvoud staat en andersom.
Slide 3 - Diapositive
1. De zin vragend maken
Pieter
eet
een appel.
Marieke en Pieter
eten
een appel.
Slide 4 - Diapositive
2. De zin in een andere tijd zetten
Pieter
eet
een appel.
Pieter
at
een appel.
Slide 5 - Diapositive
3. De zin in meervoud zetten als de zin in het enkelvoud staat en anderom
Pieter
eet
een appel.
Marieke en Pieter
eten
een appel.
Slide 6 - Diapositive
Opdracht
Een persoonsvorm vinden in een zin.
Slide 7 - Diapositive
Linda gaat naar haar oude buurvrouw.
A
gaat
B
haar
C
Linda
D
buurvrouw
Slide 8 - Quiz
Tom en zijn moeder eten een stuk taart.
A
taart
B
eten
C
Tom en zijn moeder
D
stuk
Slide 9 - Quiz
De oude man fietst door het bos.
A
het bos
B
door
C
de oude man
D
fietst
Slide 10 - Quiz
Emma danst in de dansstudio.
A
Emma
B
de dansstudio
C
danst
D
in
Slide 11 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
De bouwvakkers bouwen een huis.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
De studenten studeren in de bibliotheek.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
Sam doet boodschappen voor zijn oude oma.
Slide 14 - Question ouverte
Hoe vind je een onderwerp?
Wie of wat + persoonsvorm
Slide 15 - Diapositive
Wie of wat + persoonsvorm
Piet eet een appel.
persoonsvorm: eet.
Wie of wat + eet?
Pieter
Slide 16 - Diapositive
Opdracht
Vind het onderwerp in de zin.
Slide 17 - Diapositive
Daan zijn ouders gaan uiteten
Persoonsvorm: gaan
A
ouders
B
uiteten
C
gaan
D
Daan zijn ouders
Slide 18 - Quiz
Pieter schopt tegen de bal
Persoonsvorm: schopt
A
schopt
B
tegen
C
Pieter
D
de bal
Slide 19 - Quiz
Paul en Sandra gaan naar de manege.
A
Paul en Sandra
B
Sandra
C
Paul
D
de manege
Slide 20 - Quiz
Janna zingt een liedje
Persoonsvorm: zingt
Slide 21 - Question ouverte
De familie Dijkstra gaan op vakantie
Slide 22 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
onderwerp en persoonsvorm lijdend voorwerp
Mai 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Basisschool
lijdend voorwerp
Mai 2020
- Leçon avec
28 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
PO woordenschat week 3 + herhaling pv en o
Novembre 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Septembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Onderwerp/ persoonsvorm
Février 2024
- Leçon avec
17 diapositives
SMS klas 5; het lijdend voorwerp thema 3.
Mars 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Taalles
Primary Education
Age 10,11
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mai 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Taal
Primary Education
Herhaling manger + vraagzinnen
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2