Grammatica G3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Grammatica H3

Herhaling redekundig ontleden en samengestelde zinnen (onderschikking, nevenschikking en voegwoorden)

Planning

Herhaling redekundig ontleden+oefening

Zelfstandig werken

Nakijken

Herhaling samengestelde zinnen

Oefening naar eigen invulling/ruimte voor vragen

Doelen

Aan het eind van de les heb ik helder waarop ik mij moet focussen bij het leren voor de toets.

Wat is stap 1 bij het redekundig ontleden van een zin?

1. Zin opdelen in zinsdelen
2. Het onderwerp bepalen
3. De persoonsvorm bepalen
4. Het gezegde bepalen

Mijn opa krijgt morgen een lintje van de koning.
Hoe moet je deze zin verdelen?

1. Mijn opa/krijgt/morgen/een lintje/van de koning.
2. Mijn/opa/krijgt/morgen/een/lintje/van/de/koning.
3. Mijn opa/krijgt/morgen/een lintje van de koning.
4. Mijn opa krijgt/morgen/een lintje/van de koning.

Bijstelling

De slager in dit dorp, een lange, magere man, verkoopt de beste salami in het land.

00:55

Hoe kom je achter de persoonsvorm?

1. Een vraagzin maken
2. De zin in een andere tijd zetten
3. Eerst het gezegde bepalen
4. De zin in een ander getal zetten (enkelvoud/meervoud)

01:27

Een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp

1. Waar
2. Niet waar

01:28

Wat is het onderwerp?

Ik ga naar de bioscoop

1. Ik
2. ga
3. bioscoop
4. naar

02:06

Koppelwerkwoord

Geen koppelwerkwoord

Zijn

Worden

Stijgen

Krijgen

Blijken

02:56

Deze zin heeft een meewerkend voorwerp:

Simon schopte Soof tegen haar schenen.

1. Waar
2. Niet waar

04:25

Hoe veel bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Ik liep gisterenavond in het park met mijn hond

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

02:56

Als er geen lijdend voorwerp is, is er ook geen meewerkend voorwerp.

1. Waar
2. Niet waar

02:56

Het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag!

Je maakt zelfstandig en stil de 10 oefenzinnen af.

Je hebt 10 minuten de tijd.

Klaar? Ga naar www.cambiumned.nl/zinsdelen en oefen verder.

Na 10 minuten vergelijk je de antwoorden in tweetallen (5 minuten).

Daarna krijgen jullie het antwoordmodel.

Op basis van de 10 oefenzinnen heb ik vertrouwen in de toets.

😒🙁😐🙂😃

Samengestelde zin

Enkelvoudige zin

Meerdere pv

Voegwoord

Nooit een bijzin

Onderschikkend

Nevenschikkend

Zodra een auto door rood licht rijdt, maakt een flitser twee foto's.

1. Samengesteld
2. Enkelvoudig

Zodra een auto door rood licht rijdt, maakt een flitser twee foto's.
Het voegwoord is:

Zodra een auto door rood licht rijdt, maakt een flitser twee foto's.
Deze zin bestaat uit...

1. Hoofdzin+bijzin
2. Bijzin+bijzin
3. Hoofdzin+hoofdzin
4. Bijzin+hoofdzin

Oefening

Ga naar www.cambiumned.nl/zinsdelen.

Je kunt oefenen met (samengestelde) zinnen en redekundig ontleden.

Vragen of onduidelijkheden? Nu is het moment!

Aan het eind van de les heb ik helder waarop ik mij moet focussen bij het leren voor de toets.

0100