Herhaling Hoofdstuk 1

Taalverzorging formuleren
Herhaling theorie Hoofdstuk 1
Voorbereiding op de toets van volgende week
Alle theorie Hoofdstuk 1
Nederlands
oktober
Proeftoets maken 
Hebben we alle doelen behaald?
Volgende les: meenemen proeftoets! 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging formuleren
Herhaling theorie Hoofdstuk 1
Voorbereiding op de toets van volgende week
Alle theorie Hoofdstuk 1
Nederlands
oktober
Proeftoets maken 
Hebben we alle doelen behaald?
Volgende les: meenemen proeftoets! 

Slide 1 - Diapositive

Herhaling theorie Hoofdstuk 1

Per onderdeel 
de belangrijkste informatie op een rijtje.

Slide 2 - Diapositive

Lezen
Het onderwerp van een tekst zoek je met een vast stappenplan:

1. Kijk naar de volgende onderdelen
- de titel
- de afbeeldingen
-de tussenkopjes
- de opvallende letters

Slide 3 - Diapositive

Lezen (2)
2. Lees de eerste alinea

3. Stel jezelf de volgende vraag:
Waarover gaat de tekst?
Doe dit in maximaal 4/5 woorden!

Slide 4 - Diapositive

Woordenschat
Synoniem: een woord dat bijna hetzelfde betekent

Als je niet weet wat een woord betekent, kun je in een tekst een synoniem zoeken om je te helpen. 

Voorbeelden: opschrijven - noteren, auto-wagen, 
gym-bewegingsonderwijs, slim-intelligent

Slide 5 - Diapositive

Taalverzorging grammatica
Werkwoorden zijn woorden die zeggen wat iemand doet

Er staat er minimaal 1 in in de zin, soms wel 2 of 3. 
Ik ga naar school. 
Wij horen dat te weten.
Hij zou dat hebben gedaan.

Slide 6 - Diapositive

Taalverzorging formuleren

Bij de-woorden horen de verwijswoorden deze en die

Bij het-woorden horen de verwijswoorden dit en dat

Slide 7 - Diapositive

Taalverzorging spelling
Een zin begint altijd met een hoofdletter en eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken

Leestekens:
. , ! ? " ' ( ) : ; 

Slide 8 - Diapositive

Taalverzorging spelling (2)
Hoofdletters schrijf je bij: 
namen , plaatsen, feestdagen

Let op, niet bij:
- dagen van de week
- maanden van het jaar
- windstreken

Slide 9 - Diapositive

Maken van de oefentoets
De toets wordt uitgedeeld door de docent. 
Je krijgt hier vandaag 20 minuten de tijd voor om te maken.
Hij hoeft niet af!!

               Gebruik de oefentoets om je goed voor te bereiden 
op de echte toets!
timer
20:00

Slide 10 - Diapositive

Ben je goed voorbereid op de toets van volgende week?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz