Over taal blok 1 1KT

Welke woorden begrijp je al?
Typ ze goed over!
1 / 14
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke woorden begrijp je al?
Typ ze goed over!

Slide 1 - Carte mentale

Theorie (schooltaalwoorden)
= woorden die je op school gebruikt, maar thuis minder. 

Het is belangrijk dat je deze woorden 
begrijpt, anders begrijp je veel op school 
ook niet.

Slide 2 - Diapositive

aanpassen
aantonen
aanraden
benoemen
beoordelen
bepalen
beschrijven
bevatten
noteren
raadplegen
vergelijken
veranderen zodat het klopt
advies geven, aanbevelen
bewijzen
verschillen en overeenkomsten zoeken
advies of informatie opzoeken
opschrijven
in zich hebben
vertellen hoe iets of iemand is
vaststellen
je mening geven
een naam geven

Slide 3 - Question de remorquage

Theorie (alfabetische volgorde)
  1. Kijk naar de eerste letter (beginletter). 
  2. Als deze hetzelfde is, kijk je naar de tweede letter.  
  3. Als die ook hetzelfde is, kijk je naar de derde letter.

Enz.

Slide 4 - Diapositive

Bij welke letter zoek je het woord 'ijverig' in het woordenboek?

Slide 5 - Question ouverte

Waar staan de woorden op alfabetische volgorde?
A
druif - peer - appel - kers
B
appel - kers - druif - peer
C
appel - peer - kers - druif
D
appel - druif - kers - peer

Slide 6 - Quiz

Waar staan de woorden op alfabetische volgorde?
A
appel - aap - anker
B
aap - anker - appel
C
anker - appel - aap
D
aap - appel - anker

Slide 7 - Quiz

Zet de woorden in de goede volgorde
1
2
3
4
cavia
dolfijn
aap
beer

Slide 8 - Question de remorquage

Zet de woorden in de goede volgorde
1
2
3
4
droom
doolhof
delen
doel

Slide 9 - Question de remorquage

Waar staan de woorden
in alfabetische volgorde?
A
konijn - kanarie - koek
B
kanarie - koek - konijn
C
kanarie - konijn - koek
D
koek - konijn - kanarie

Slide 10 - Quiz

Theorie (woordbetekenis uitzoeken)
Dit doe je als je een moeilijk woord leest:
Kijk naar de woorden eromheen.
Je kunt vaak het volgende vinden:
  • een omschrijving
  • een synoniem (een woord dat hetzelfde betekent)
  • het tegenovergestelde van het moeilijke woord.

Slide 11 - Diapositive

Wat is een synoniem?

Slide 12 - Question ouverte

Welke drie dingen kun je vaak vinden om een moeilijk woord heen?

Slide 13 - Question ouverte

En nu werken jullie!

Slide 14 - Diapositive