3.6 De functie f(x) = a(x – p)² + q

3.6 De functie

f (x) = a (x - p)^{​ 2 ​ ​} + q

1 / 14

Slide 1: Diapositive

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.6 De functie

f (x) = a (x - p)^{​ 2 ​ ​} + q

Slide 1 - Diapositive

a, p en q zijn parameters en het kunnen dus ook iedere andere willekeurige letter zijn....

f (x) = a (x - p)^{​ 2 ​ ​} + q

Slide 2 - Diapositive

a kan ook 1 zijn, dan staat er niks (x1 blijft immers gelijk)
Als je de haakjes uitwerkt krijg je de standaard vorm van de parabool weer terug.
Maar dat is zeker niet altijd de 'makkelijkste weg'

f (x) = a (x - p)^{​ 2 ​ ​} + q

Slide 3 - Diapositive

Top van de parabool

De top van de parabool is (p,q)

Ook nu geldt

Als a<0 dan is de grafiek een bergparabool
Als a>0 dan is de grafiek een dalparabool

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Belangrijk!

Slide 6 - Diapositive

Tip!

Alle grafieken bij de familie van functies

hebben als top het punt (3,2).

f (x) = a (x - 3)^{​ 2 ​ ​} + 2

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn de coördinaten van de top van de parabool?

f (x) = 2 (x + 1)^{​ 2 ​ ​} - 3

Slide 8 - Question ouverte

Is dit een dal- of een bergparabool?

f (x) = 2 (x + 1)^{​ 2 ​ ​} - 3

Dalparabool

Bergparabool

Slide 9 - Quiz

Opdracht

Maak opdracht 65 en 66

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Belangrijk!

Slide 12 - Diapositive

Opdracht

Maak opdracht 69, 70 en 71

Slide 13 - Diapositive

Einde les

Slide 14 - Diapositive