Begrippen 2.1 t/m 2.3

Begrippen 2.1 t/m 2.3
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Begrippen 2.1 t/m 2.3

Slide 1 - Diapositive

Wat is de definitie van het communicatieproces volgens het ZMBO-model?
A
De ontvanger stuurt zonder medium een boodschap naar één of meer zenders.
B
De zender stuurt met behulp van een medium een boodschap naar één of meer ontvangers.
C
De zender stuurt zonder medium een boodschap naar één of meer ontvangers.
D
De ontvanger stuurt met behulp van een medium een boodschap naar één of meer zenders.

Slide 2 - Quiz

Wat is ruis?
A
De boodschap die verzonden wordt
B
Storingen in menselijke communicatie
C
Altijd door invloeden van buitenaf
D
Dat communicatie goed verloopt

Slide 3 - Quiz

Wat betekent decoderen?
A
Het ontcijferen en begrijpen van een boodschap
B
Een verhaal of theorie verpakken
C
Het omzetten van gedachten in woorden

Slide 4 - Quiz

Wat is encoderen?
A
Interpreteren van een boodschap
B
Omzetten van gedachten in woorden
C
Overbrengen van een boodschap

Slide 5 - Quiz

Wat is intrapersoonlijke communicatie?
A
Communicatie met 1 andere persoon
B
Communicatie die iemand met zichzelf voert
C
Communicatie met publieksgroepen
D
Communicatie binnen een bedrijf

Slide 6 - Quiz

Een interpersoonlijk conflict is
A
een conflict met jezelf
B
een conflict tussen meerdere mensen
C
een conflict waarbij agressie komt kijken
D
een kleine ruzie

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN metacommunicatie?
A
We zijn het blijkbaar niet eens met elkaar.
B
Wil je me niet meer in de rede vallen?
C
Je hoeft niet zo te schreeuwen, hoor.
D
Ik zal je een goed advies geven.

Slide 8 - Quiz

Waarvan is lichaamstaal een voorbeeld?
A
van interactieve communicatie
B
van non-verbale communicatie
C
van verbale communicatie

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld intentionele communicatie?
A
Wippen op je stoel
B
Gapen
C
Knipperen met je ogen
D
Knipoog

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van niet-intentionele communicatie?


A
gapen
B
een presentatie geven
C
een appje sturen
D
een vraag stellen

Slide 11 - Quiz