Week 6 Groente omelet

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Groente omelet

Afspraken

Je telefoon = stil & in je tas

Je praat Nederlands

Je let op jezelf, niet op je klasgenoten

Je luistert naar elkaar

Je steekt je vinger op als je iets wilt zeggen

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

De leerling kan 3 onderdelen van een ei benoemen

De leerling kan vertellen hoe je voedselverspilling zelf kan verminderen

De leerling kan met begeleiding een omelet omdraaien

Theorie eieren

1.  Schaal

Wit of bruin

2. Dooier

geel/oranje, in een vliesje

3. Hagelsnoer

houdt de dooier vast zodat deze in het midden blijft

Thema

Voedselverspilling= weggooien van eten

1. Waarom is voedselverspilling niet goed?

2. Hoe kan je voedselverspilling voorkomen?

vaktaal

Dooier

Hagelsnoer

Krielaardappelen

Spekblokjes

Afruimbak

voorbereiding

we gaan een groente omelet maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Materialen

Bekken

Afruimbak

Bakspaan

Bord

Vork 

Materialen

Koekenpan

Eetlepel

Snijplank groen

Snijplank rood

Koksmes

Ingredienten

1 ei

1 eetlepel melk

30 gram spek (halal)

40 gram soepgroenten

40 gram krielaardappelen

uitvoeren

je gaat nu de groenteomelet maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Snijd het spek in kleine stukjes

Stap 2

Snijd de krielaardappelen in plakjes

Stap 3

• Breek het ei boven het bekken
• Voeg de melk toe

Stap 4

Voeg wat peper en zout toe

Kluts met de vork door elkaar

Stap 5

Doe olie in je koekenpan

Bak het spek met de aardappelen voor 3 minuten

Stap 6

• Voeg de soepgroenten toe
• Bak nog 3 minuten
• Verdeel alles over de bodem

Stap 7

Verdeel het ei erover

Zet je vuur laag

Stap 8

Draai de omelet om met de bakspaan als de bovenkant droog is

Bak nog 1 minuut

Stap 9

Draai het vuur uit

Leg de boerenomelet op het bord

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding