Oefenen met methodisch werken

Oefenen met methodisch werken
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefenen met methodisch werken

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe heet stap 1 van Methodisch werken?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe kom je aan die informatie?
Welke manieren heb je daarvoor?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe heet stap 2 van het methodisch werken?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe kom je tot die behoefte of hulpvraag?
A
Die bedenk ik ter plekke
B
Die haal ik uit de informatie van stap 3
C
Die haal ik uit de informatie van stap 4
D
Die haal ik uit de informatie uit stap 1

Slide 6 - Quiz

Methodisch werken heeft 4 kenmerken, welke zijn dat?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent: zo efficiënt en effectief mogelijk naar je doel komen?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe heet stap 3 van methodisch werken?

Slide 9 - Question ouverte

Een doel maak je op een bepaalde manier. Hoe heet die manier?
A
STRAM
B
STRONG
C
SMART
D
STARR

Slide 10 - Quiz

De S betekent:
A
Speciaal
B
Specifiek
C
Simultaan
D
Spontaan

Slide 11 - Quiz

Leg uit wat specifiek betekent?

Slide 12 - Question ouverte

De M staat voor:
A
Meetbaar
B
Maatbaar
C
Meerbaar
D
Muurbaar

Slide 13 - Quiz

Leg uit wat meetbaar betekent

Slide 14 - Question ouverte

Hoe heet stap 4 van het methodisch werken

Slide 15 - Question ouverte

Wat doe je in stap 4?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe heet stap 5 van het methodisch werken?

Slide 17 - Question ouverte

Welke vraag stel je NIET bij stap 5?
A
Heb ik het doel behaald?
B
Wat is het doel?
C
Wat ging minder goed en moet ik bijstellen?
D
Wat ging goed?

Slide 18 - Quiz

Wat betekent de R van het SMART doel en wat betekent dat??

Slide 19 - Question ouverte

Is dit een realistisch doel:
de peuters van de Wolfjes kunnen over 20 minuten het verhaal van Roodkapje foutloos herhalen.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Deze LessonUp is een goede herhaling van de stof?
A
Nee
B
Ja

Slide 21 - Quiz

Succes met de toets

Slide 22 - Diapositive