12-12-23 Communisme, planeconomie en Stalin A3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Communisme in Rusland

Leerdoelen voor deze les

- Je kan uitleggen wie Stalin was

- Je begrijpt wat persoonsverheerlijking is en hoe censuur hierbij helpt

- Je kan uitleggen wat een planeconomie is en hoe  collectivisatie hier een rol in speelt

- Wat de Sovjet-Unie is

- De leerlingen kunnen uitleggen wat de ideologie communisme inhoud. 

 - 

Wat weten jullie al over het Communisme?

Stalin

- Werkte vanaf 1904 in de Russische Sociale Democratische Arbeiderspartij.  (RSDAP)

- Dictator vanaf 1928 tot zijn dood in 1953. 

Persoonsverheerlijking

- Persoonsverheerlijking is het ophemelen en idealiseren van iemand. Persoon word dan ook vaak aanbeden.

- Censuur hielp hierbij.  Je verbied dat sommige informatie  word laten zien in het nieuws. Wat wel en wat niet mag word bepaald door de overheid/dictator. 

Planeconomie

- De overheid bepaalde wat en hoeveel er geproduceerd werd.

- De bedrijven waren het bezit van de overheid, er was dus geen privébezit meer. 

Gevolgen planeconomie: Collectivisatie

- Van meerdere kleine bedrijfjes naar 1 groot bedrijf. 

- De oogst was van de staat, en de arbeiders kregen een klein beetje. 

Waarom collectivisatie?

- Voor het eerste 5 jaren plan van Stalin (gedurende 1928-1933)

- Om de industrialisatie in de Sovjet-Unie te versnellen.

- Het extra geproduceerde voedsel was voor de fabriek-arbeiders. 

- Het geproduceerde voedsel was ook voor de export. 

De gevolgen van collectivisatie

- De arbeiders verstopten het graan of vernietigden het. 

- Deze arbeiders werden ''Anti-communistisch'' of ''Koelakken'' genoemd. Zij werden naar werkkampen gestuurd. 

- Er werd niet genoeg geproduceerd, hierdoor kwamen er hongersnoden. (Bijv. Holodomor 1932-1933 in Oekraine) 

Werkvorm                                          

Werkvorm

Aan de slag!

- Je gaat bezig met de bronnen te onderzoeken en de vragen te beantwoorden

- Je doet dit samen met je buurman/vrouw. Je doet dit niet met de achter/voor buurman/vrouw. 

- Vul alle vragen in van de posters en de teksten.

- Tot 12:31 ga je hiermee aan de slag.

-Hierna ga ik 1 tekst en/of poster nabespreken.