Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling Talent H1 grammatica en spelling
Herhaling H1
Spelling en grammatica
Oefenen
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling H1
Spelling en grammatica
Oefenen
Slide 1 - Diapositive
Kinderen waarschuwden hun ouders.
________________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 2 - Quiz
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 3 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 4 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 5 - Quiz
Het gebeur.. regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling
A
gebeurdt
B
gebeurt
C
gebeurd
D
gebeurtt
Slide 6 - Quiz
werkwoordspelling
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt
Slide 7 - Quiz
Wat is het onderwerp?
De brugklas leert het onderwerp vinden.
A
De brugklas
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 8 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Kars legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Kars
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 9 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Nina heeft Marieke bloemen gegeven.
A
Er is geen lijdend voorwerp
B
Thomas
C
Marieke
D
bloemen
Slide 10 - Quiz
gisteren
gegeten.
Sleep de woorden uit de zin naar het juiste zinsdeel.
Onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
Wilco en Patrick
hebben
een kippetje
Slide 11 - Question de remorquage
De man liep te eten op straat.
A
liep te eten
B
liep op straat
C
te eten
D
de man liep te eten
Slide 12 - Quiz
De man werd gevraagd in het winkelcentrum op te treden.
A
werd gevraagd
B
werd gevraagd op te treden
C
de man werd gevraagd
D
op te treden
Slide 13 - Quiz
Bij welke zin is de directe rede gebruikt?
A
Jan zei dat hij ziek was.
B
Jan zei: dat hij ziek was.
C
Jan zei: "ik ben ziek."
D
"Jan zei ik ben ziek"
Slide 14 - Quiz
Maken
Versterk jezelf spelling en grammatica
Hoofdstuk 1
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling 2A Examens
il y a 25 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
Février 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SMS klas 5; het lijdend voorwerp thema 3.
Mars 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Taalles
Primary Education
Age 10,11
grammatica: lijdend voorwerp
Juin 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Taalverzorging H1 H2 Herhaling
Octobre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
Les 6: pv, ow en lv
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs