les 2 paragraaf 2.3 Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag

• terugblik vorige les
• quiz
• Huiswerk bespreken
• theorie
• huiswerk

Terugblik vorige les

• Heeft iedereen de link van lesson up kunnen vinden en kunnen openen?
• Theorie van de vorige les aan de hand van een quiz

spieren bestaan uit een groot aantal

1. pezen
2. spiervezels
3. vaatbundels
4. bloedvaten

pezen zijn taai, stevig en niet elastisch

1. onjuist
2. juist

de pezen zitten vast aan

1. je vel
2. je huid
3. je bot
4. je cellen

in je bovenarm heb je een armbuigspier, deze heet ook wel triceps

1. juist
2. onjuist

spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken heten

1. triceps
2. biceps
3. antagonisten

Huiswerk bespreken

opdracht 1 t/m 11

Spieren trainen

Wat kun je trainen:

1. spierkracht
2. lenigheid
3. coordinatie
4. uithoudingsvermogen

Regelmatig trainen

Bij het trainen train je je uithoudingsvermogen en kun je krachttrainingen doen.
De fasen van krachttrainingen zijn:
1. start training
2. je wordt moe, spieren stoppen ermee
3. rust en herstel (er komen hele kleine haarscheurtjes in de spiervezels)
4. herstel (je lichaam herstelt de spiervezels, en worden krachtiger)

Stop je helemaal met trainen/sporten, dan valt je spierkracht weer terug.
Begin je te vroeg met de volgende training - spiervezels zijn nog niet hersteld
gevolg: spierkramp/spierscheuring

Welke spieren worden niet moe

- Niet alle spieren zitten vast aan het skelet
- hart
- spieren in je slokdarm, maag en darmen

Het Hart

• een grote holle spier gevuld met
bloed
• tussen elke hartslag zit er een pauze
hierdoor krijgt het hart geen kramp,
spierscheuring of raakt vermoeid
• afvalstoffen kunnen dan
weggevoerd worden

slokdarm, maag,darmen

• spieren hiervan persen het voedsel
door je verteringsstelsel

• twee soorten spieren:
- kringspieren
- lengtespieren

kringspieren/
lengtespieren

-kringspieren samentrekken: slokdarm wordt dunner, voedselbrok wordt naar beneden geduwd
-lengtespieren samentrekken: slokdarm wordt korter en breder, voedselbrok kan naar beneden glijden

spieren werken continue, worden niet moe

onwillekeurige spieren

• je hoeft er niet bij na te denken en je kunt ze niet sturen
• ze staan niet onder invoed van je 'wil'
• voorbeelden: hart en spieren in je verteringsorganen

willekeurige spieren

• skeletspieren, spieren die aan je bot vastzitten
• jij kunt beslissen of ze samentrekken of niet
• deze zijn sterker dan de spieren in je verteringsorganen, maar ze houden het niet
zo lang vol

Huiswerk

Maken:
opdracht 13 t/m 15 blz: 61 en 62
opdracht 17 t/m 20 blz: 63

Lezen:
paragraaf 2.4 Blessures blz: 45 t/m 48