4H 1.5 Transport door membranen les 1

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Welkom!
  • Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes.
  • Ga zitten op je stoel
  • Oortjes doe je uit
  • Je jas hang je over je stoel
  • Pak je boek + pen 
  • Maak de startopdracht hiernaast alleen en in stilte.
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Antwoord startopdracht

D. van het golgi-systeem

Het Golgi-apparaat/systeem  ontvangt eiwitten/enzymen van het ER, die in een blaasje in het Golgi-systeem worden verpakt, verwerkt en uiteindelijk worden afgeknepen als een Lysosoom. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding in de biologie
1.1 Biologie is overal
1.2 Organen, weefsels en cellen
1.3 Plantaardige en dierlijke cellen
1.4 Organellen
1.5 Transport door membranen, deel 1
1.6 Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Leerdoelen 1.5 
  • Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.5 Transport door membranen
  • Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het celmembraan 
  • De afscheiding met de omgeving​ en het cytoplasma​. 
  • Stoffen moeten in de cel komen en naar buiten kunnen. 
  • Het celmembraan is voor veel stoffen ondoordringbaar​. 
  • Zuurstof, stikstof en koolstofdioxide kunnen wel passeren.
  • Watermoleculen kunnen dit ook via aquaporines, maar heel langzaam.​

Voor actief transport van andere 
stoffen is energie nodig (ATP). ​




Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen gaan in en uit de cel
Om alle processen in een cel te laten plaatsvinden, moeten er dus stoffen worden aan- en weggevoerd.​

​De hoeveelheid stof IN de cel en wat er BUITEN de cel is, heeft een bepaalde concentratie. Die concentratie verandert steeds.​

Het is dus van belang dat je 
begrijpt, hoe dat zit.​


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concentratie berekenen
Oplossing: oplosmiddel (meestal water) + één of meer opgeloste stoffen 
ConcentratieHoeveelheid stof die is opgelost in een oplosmiddel:


Gram per liter: gr/L​
Gram per kubieke deciliter: gr/dm3​
Per gewichtseenheid: in %​
Erg lage concentratie in ppm:
1ppm: 0,0001%

Slide 10 - Diapositive

gram per kubieke decimeter. De omzetting is: 1000 kg/m3 = 1 g/cm3 = 1 kg/dm3.
PPM
Ppm: parts per million​

1 ppm komt overeen met een concentratie van 0,0001%​
Van ppm naar % schijf je de komma vier plaatsen naar rechts op.​

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Percentage bepalen
  • Om het percentage te bepalen, 
vermenigvuldig je dit getal met 100%. ​
  • Een fysiologische zoutoplossing kun 
je maken door 9 gram keukenzout op 
te lossen in 991 g water. ​
  • De totale oplossing weegt dan 1000 g. ​
  • Dus: 9 g : 1000 g × 100% = 0,9%.​



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oplossing in procenten
Je lost 4 gram suiker en 5 gram zout in 50 gram water. 
--> Hoe groot is de suikerconcentratie en de zoutconcentratie in de oplossing?​
  • Stap 1. Dit komt erbij (Dus...4 + 5 gram komt bij de 50 gram water) = oplossing van 59 gram water. Hierbij wordt 59 gelijk aan het totaal (100%)​
  • Deel 4 gram door 59 = 0,067, en dan x 100. Nu heb je het aantal procenten van de suiker.​ (6,78%)
  • 5 (gram zout) : 59 x 100 = 8,47% zout.



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Celmembranen en membranen van organellen zijn semipermeabel: diffusie en osmose spelen een belangrijke rol bij het transport van stoffen in cellen van organismen.

Semipermeabel = selectief doorlaatbaat

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diffusie
  • Verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof. 
  • De moleculen verdelen zich gelijkmatig (homogeen) over de beschikbare ruimte -> de concentratie wordt overal gelijk

    Slide 15 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Diffusie

      • Diffusiesnelheid: snelheid waarmee moleculen van een opgeloste stof zich homogeen over de ruimte verdelen (afhankelijk van temperatuur en medium)
      • In cellen: CO2 en O2
      • Kost geen energie (ATP)

      Slide 16 - Diapositive

      Cet élément n'a pas d'instructions

      Osmose
      • = Diffusie van water door een semipermeabel membraan (= selectief membraan)


        Slide 17 - Diapositive

        Cet élément n'a pas d'instructions

        Osmose

          • De opgeloste stoffen 'trekken' water aan.

          • Watermoleculen verplaatsen van een plaats met een lage  osmotische waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde --> het waterniveau rechts daalt en links stijgt.

          Slide 18 - Diapositive

          Cet élément n'a pas d'instructions

          • Osmotische waarde: de hoeveelheid opgeloste deeltjes per volume-eenheid
          • Water verplaatsing door semipermeabel membraan: van oplossing met lage osmotische waarde naar oplossing met hoge osmotische waarde
          • Osmotische druk: 'aanzuigkracht' door opgeloste deeltjes op het water
          • Hoe hoger de osmotische waarde, hoe hoger de osmotische druk

          Slide 19 - Diapositive

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Welk type molecuul kan op deze manier door het membraan?
          A
          glucose
          B
          natrium-ionen
          C
          eiwit
          D
          zuurstof

          Slide 20 - Quiz

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Diffusie of
          osmose?
          A
          Diffusie
          B
          Osmose

          Slide 21 - Quiz

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Diffusie of
          osmose?
          A
          Diffusie
          B
          Osmose

          Slide 22 - Quiz

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Huiswerk

          Lezen 1.5 
          Maken: begrippenlijst van alle dikgedrukte woorden. 

          Slide 23 - Diapositive

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Verplaatsing van water over een membraan van een lage zoutconcentratie naar een hoge zoutconcentratie is...
          A
          Diffusie
          B
          Osmose
          C
          Actief transport
          D
          Kan niet

          Slide 24 - Quiz

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Diffusie of
          osmose?
          A
          Diffusie
          B
          Osmose

          Slide 25 - Quiz

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Diffusie of
          osmose?
          A
          Diffusie
          B
          Osmose

          Slide 26 - Quiz

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Demopractica
          De invloed van temperatuur op de diffusiesnelheid van kleurstof in water.
          De diffusiesnelheid van opgeloste stoffen: sodaoplossing en calciumchloride oplossing. 

          Slide 27 - Diapositive

          Cet élément n'a pas d'instructions