Leerpad 9: hoe werk je samen in een team - oefeningen

Leerpad 9: hoe werk je samen in een team - oefeningen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
OpvoedkundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Leerpad 9: hoe werk je samen in een team - oefeningen

Slide 1 - Diapositive

Welke stelling is juist?
A
Een groep is een groep mensen die samen wil werken en een team is een verzameling van een aantal mensen.
B
Een groep is een verzameling van een aantal mensen en een team is een groep mensen die samen wil werken.
C
Een groep en een team is eigenlijk hetzelfde, aangezien ze hetzelfde doel hebben.

Slide 2 - Quiz

Welke stellingen rond samenwerken is correct?
A
Als je samenwerkt kom je enkel bij elkaar om de taken te verdelen. Daarna werkt iedereen steeds zelfstandig.
B
De taakverdeling moet in evenwicht zijn, verdeeld naar ieders talenten.
C
Samenwerken is een snelle manier om veel werk gedaan te krijgen, maar eigenlijk kent het weinig voordelen.
D
Je brengt verschillende ideeën, talenten en persoonlijkheden samen.

Slide 3 - Quiz

verslaggever
De ... neemt de leiding en zorgt ervoor dat iedereen zich aan zijn rol houdt.
De ... noteert en vat alles samen, zowel mondeling als op papier.
De ... volgt de tijd op.
De .. zoekt een middenweg wanneer nodig en vermijdt conflicten en/of pakt ze aan.
planner 
voorzitter
bemiddelaar

Slide 4 - Question de remorquage

Duid de juist stelling rond reflecteren aan.
A
Reflecteren gaat over je bewust worden van je eigen gedrag of dat van anderen.
B
Reflecteren is enkel van belang als je negatief gedrag vertoont.
C
Reflecteren heeft als doen om iets te weten e komen over jezelf. Groeien of bijsturen is niet belangrijk.
D
Reflecteren kan je aan de hand van reflectiemodellen, maar ook door eigen reflectievragen.

Slide 5 - Quiz

Wat is het juiste verschil tussen reflecteren en evalueren?
A
Evalueren gaat over het bekijken en beoordelen of je iets kan of kent. Reflecteren gaat over het terugkijken naar je evaluatie. Deze zijn dus altijd aan elkaar gekoppeld.
B
Reflecteren gaat over het bekijken en beoordelen of je iets kan of kent. Evalueren is terugkijken naar wat je gedaan hebt om ervan te kunnen leren.
C
Evalueren gaat over het bekijken en beoordelen of je iets kan of kent. Reflecteren is terugkijken naar wat je gedaan hebt om ervan te kunnen leren.

Slide 6 - Quiz

Terug naar de les

Slide 7 - Diapositive

Kennis testen.
Goed opgelet?

Slide 8 - Diapositive

Duid de juiste antwoorden aan over een vergadering.
A
Een vergadering is een overleg waar gereflecteerd wordt over de voorbije periode.
B
Een vergadering is op voorhand gepland.
C
Een vergadering is een overleg waar zaken worden besproken en beslist.
D
Een vergadering gebeurt meestal spontaan.

Slide 9 - Quiz

verslaggever
voorzitter
deelnemer
De ... noteert alles wat besproken wordt.
De ... is de verantwoordelijke of leider.
De ... neemt actief deel.

Slide 10 - Question de remorquage

informatieve vergadering
brainstorm vergadering
besluitvormende vergadering
probleemoplossende vergadering
werkoverleg
De deelnemers wisselen informatie uit en verdelen de taken.
De deelnemers denken mee na over een oplossing van een probleem
De deelnemers nemen een beslissing
De deelnemers brengen zoveel mogelijk ideeën samen.
De deelnemers krijgen informatie

Slide 11 - Question de remorquage

Soorten beslissingen?(2)

Slide 12 - Carte mentale

Zet deze zin om naar op een assertieve manier reageren.

Kijk, ik snap echt niet waarom ik zulke slechte resultaten heb, en het is duidelijk dat ik jouw hulp nodig heb om mijn prestaties op te krikken. Je moet me gewoon meteen helpen.

Slide 13 - Question ouverte

Is dit een correcte manier om feedback te geven?

Katrien, jij bent zo onaardig! Je moet echt proberen aardiger te zijn, anders stoot je iedereen af en maak je alles negatief. Doe gewoon alsof je gevoelens hebt en wees vriendelijk, anders kunnen we nooit met je samenwerken.

Slide 14 - Question ouverte

Terug naar de les.

Slide 15 - Diapositive