§ 5 Hoofdstuk - paragraaf 2 dl2 omzet winst afzet

• Economie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Startopdracht les

1. Zet je tas op de grond  + telefoon in het telefoonhotel

2. Pak je  boek + pen en rekenmachine. 

3. De rest van tafel.

4. Wacht rustig tot dat we starten.

Economie 

Economie 

Wat gaan we doen?

1.  Welkom woordje

2. Controle huiswerk en spullen in orde.

3. Bespreken huiswerk par. 5.2 opdrachten 18 t/m 27

4. Uitleg omzet, afzet en winst berekenen

5. Aan de slag met paragraaf 5.2 opdrachten 28 t/m 36

6. Afsluiting 

2D kan zich 6e lesuur melden

Lesdoelen

1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

2. Ik weet wat ik voor de economie les nodig mee nemen.

3. Ik weet hoe ik huiswerk moet maken en wat de gevolgen zijn.

4. Ik heb de opdrachten uit het boek gemaakt.

Herhaling 5.2 Verkoopprijs

Stap 1) Schrijf in woorden de berekening onder elkaar op: 

inkoopprijs                                            € .........

Brutowinstopslag                              € .............        +

Verkoopprijs excl btw                      €................

Herhaling 5.2 Verkoopprijs

Stap 2) Lees de vraag nog een keer. + Onderstreep belangrijke woorden en getallen/bedragen.

inkoopprijs                                            € .........

Brutowinstopslag                              € .............        +

Verkoopprijs excl btw                      €................

Herhaling 5.2 Verkoopprijs

Stap 3) Vul de berekening tot zo ver je kan.

Inkoopprijs                                            € .........

Brutowinstopslag                              € .............        +

Verkoopprijs excl btw                      €................

Herhaling 5.2 Verkoopprijs

Stap 4) Lees de vraag nog een keer. En bekijk je berekening. Wat mis je nog? Wat moet je nog uitrekenen?  Wat heb je daarvoor nodig? ( % = verhoudingstabel)

inkoopprijs                                            € .........

Brutowinstopslag                              € .............        +

Verkoopprijs excl btw                      €................

Herhaling 5.2 Verkoopprijs

Stap 5) Reken uit en vul aan.

inkoopprijs                                            € .........

Brutowinstopslag                              € .............        +

Verkoopprijs excl btw                      €................

Begrippen paragraaf 5.2 dl 2

Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Begrippen paragraaf 5.2 dl 2

• Inkoopwaarde van de omzet (ingekocht groente en fruit)
• Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde van de omzet
• Bedrijfskosten (huur, lonen, rente, afschrijving, energie)
• Nettowinst = Brutowinst = bedrijfskosten

Hoe bereken je de nettowinst?

Omzet                                                           (afzet x verkoopprijs)

- Inkoopwaarde van de omzet           (afzet x inkoopprijs)

Brutowinst

- Bedrijfskosten

Nettowinst

-> vraag 31 klassikaal                              !!! LET OP alles zonder BTW!

Hoe bereken je de Omzet?

Omzet=...

1. Afzet x Verkoopprijs
2. Verkoopprijs x Inkoopprijs
3. Afzet x Omzet
4. Omzet x Verkoopprijs

Inkoopwaarde =

1. afzet x verkoopprijs
2. afzet x inkoopprijs
3. afzet x consumentenprijs
4. omzet : afzet

De nettowinst is ...

1. afzet x verkoopprijs
2. Verkoopwaarde - inkoopwaarde
3. Totale omzet - inkoopwaarde
4. Brutowinst - bedrijfskosten

Toetsweek 2

Wat ga je doen	Maken H5 paragraaf 2 Opdrachten 28 t/m 36
Hoe ga je dit doen?	Alleen werken. Alles is van tafel. Behalve pen, rekenmachine en werkboek (+schrift) Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?	Laat je werk bij vooraan controleren.
LET OP!	Het stoplicht.

Afsluiting

Lesdoelen

1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

2. Ik weet wat ik voor de economie les nodig mee nemen.

3. Ik weet hoe ik huiswerk moet maken en wat de gevolgen zijn.

4. Ik heb de opdrachten uit het boek gemaakt.

Eindopdracht les

1. Wacht met opruimen tot dat de docent het zegt.

2.Schuif bij het verlaten van het lokaal je stoel aan. 

3. Pak je telefoon pas als je het lokaal verlaat.

4. Verlaat het lokaal rustig.