05-10

Programma
  • Herhalen: functionalisme paradigma.
  •  Conflict paradigma
  • Sociaalconstructivisme paradigma
  • Rationele actor paradigma
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
  • Herhalen: functionalisme paradigma.
  •  Conflict paradigma
  • Sociaalconstructivisme paradigma
  • Rationele actor paradigma

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de paradigma's herkennen aan de structuur - actor en consensus - conflict tegenstelling.
  • Je weet wat de belangrijkste kenmerken zijn van de paradigma's.

Slide 2 - Diapositive

Verklaren vanuit structuur
Sommige wetenschappers vinden dat structuur de beste verklaringen kan bieden voor kwesties in de maatschappij. Ze kijken op macroniveau naar de samenleving.
Het conflict-paradigma en het functionalisme-paradigma horen hier bij.

Een structuur-paradigma herken je als een verschijnsel wordt verklaard alsof de inrichting van de samenleving het gedrag van actoren bepaalt: structuur bepaalt individueel gedrag.

Slide 3 - Diapositive

Verklaren vanuit actoren
Wetenschappers die meer op actoren gericht zijn, kijken op microniveau naar het gezamenlijke gedrag van individuen of groepen.
Het rationele-actor-paradigma en het sociaalconstructivisme.

Een actor-paradigma herken je als een maatschappelijk verschijnsel wordt verklaard alsof het gedrag van actoren de inrichting van de samenleving bepaalt: individueel gedrag bepaalt structuur. 

Slide 4 - Diapositive

Consensus versus Conflict
Ordesociologen zien consensus als basis van de samenleving. Zij richten zich op een stabiele toestand in de samenleving , overeenstemming. Hierbij passen het sociaalconstructivisme-paradigma en het functionalisme-paradigma. 

Sommige wetenschappers zijn van mening dat conflicten de achterliggende basis zijn van een samenleving. Zij worden ook wel conflictsociologen genoemd en je ziet hen terug in het rationele-actor-paradigma en in het conflict-paradigma

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Functionalisme - paradigma
Structuur - consensus

Samenleving is een geheel en elk onderdeel (groep) heeft een functie. Metafoor: lichaam met organen
Focus: hoe blijft samenleving stabiel(cohesie).

Criminaliteit: bindingstheorie, bindingen remmen criminaliteit

Slide 7 - Diapositive

Welke twee dimensies horen bij het functionalisme?
A
Structuur
B
Actor
C
Conflict
D
Consensus

Slide 8 - Quiz

Het conflict-paradigma
Structuur - conflict
Kern:
Ongelijkheid (in macht en bezit) is de motor in een
samenleving. Conflicten die daaruit voortkomen  leiden tot noodzakelijke veranderingen. 

Structuren in de samenleving zijn in het voordeel van de machthebbers  
Hier speelt meer de afwezigheid van sociale cohesie.


Slide 9 - Diapositive


Groepen zijn weliswaar belangrijk voor sociale  cohesie, maar sommige groepen hangen de  dominante cultuur niet aan. Er zijn tegengestelde 
belangen tussen de dominante cultuur enerzijds en
de subculturen en tegenculturen anderzijds. 

Sociale cohesie veronderstelt groepsvorming. Een belangrijk aspect van groepsvorming is uitsluiting.

Slide 10 - Diapositive

Welke twee dimensies horen bij het conflict-paradigma?
A
Structuur
B
Actor
C
Conflict
D
Consensus

Slide 11 - Quiz

Het sociaalconstructivisme-paradigma
Actor - consensus
Kern:
Het gedrag van mensen wordt vooral bepaald door
hoe mensen de werkelijkheid zien. Die  werkelijkheid kan in de tijd veranderen onder invloed van de interactie tussen mensen. 

Hier spelen de gevoelens van actoren en hoe zij
naar hun eigen identiteit kijken een belangrijke rol. Dus hoe worden bindingen ervaren. 

Slide 12 - Diapositive

Het sociaal constructivisme stelt dat verschijnselen
sociale constructies zijn. 
De werkelijkheid is dan ook sociaal geconstrueerd.
Dit wil zeggen dat ‘de’ werkelijkheid niet bestaat en dat wat men ziet als ‘werkelijkheid’ sterkt afhangt van de sociale context waarin men verkeert. 

Wat mensen voor waar aannemen. De manier waarop ze de werkelijkheid kennen, is ontstaan in onderlinge interacties en is gerelateerd aan het perspectief. 

Slide 13 - Diapositive

Multiple identity
Binnen dit sociaalconstructivisme-paradigma
speelt het begrip multiple identity (meervoudige identiteit) een rol: 

Iedereen maakt deel uit van meerdere en
wisselende groepen ieder met eigen waarden en normen. 
Kan leiden tot rolconflict of rolverwarring. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Het rationele-actor-paradigma
Kern:
Actoren streven zo veel als mogelijk hun
eigenbelang na. Bij hun beslissingen maken ze een  rationele afweging tussen voor- en nadelen (homo economicus). 

Mensen gaan bindingen aan en onderhouden die
als zij daar voordeel bij hebben.

Slide 16 - Diapositive

Rationale actor paradigma
Actor - conflict 

Mensen streven naar nutsmaximalisatie 
Mensen zijn in staat om belangen af te wegen
Economische visie (kapitalisme)

Criminaliteit: rationele keuzetheorie mensen maken een bewuste keuze om crimineel gedrag te vertonen. Levert meer op

Slide 17 - Diapositive

Het dilemma van collectieve actie past hierin. Door
de groep klein te houden, door beloningen en door dwang van de overheid gaan mensen kiezen voor de groep i.p.v. het individu. 

Slide 18 - Diapositive

Actor
Structuren
rationele-actor-paradigma
Sociaal-constructivisme-paradigma
Conflict-paradigma
functionalisme-paradigma

Slide 19 - Question de remorquage

Conflict
consensus
Rationele-actor-paradigma
Conflict-paradigma
sociaal-constructivisme-paradigma
functionalisme-paradigma

Slide 20 - Question de remorquage

Als ik vooral kijk naar: Het eigenbelang dat iemand ergens bij heeft. Dan kijk ik vanuit het
A
Functionalismeparadigma
B
Conflictparadigma
C
Rationele-actorparadigma
D
Sociaal-constructivismeparadigma

Slide 21 - Quiz

In dit paradigma staat de strijd tussen machthebbers en de minder machtigen centraal. Over welk paradigma gaat het?
A
Functionalisme-paradigma
B
Conflict-paradigma
C
Sociaalconstructivisme-paradigma
D
Rationele-actor-paradigma

Slide 22 - Quiz

Bij dit paradigma maak je altijd een kosten- en batenanalyse vanuit eigen belang
A
functionalisme
B
conflict
C
sociaal-constructivisme
D
rationele actor

Slide 23 - Quiz

Welk paradigma past bij deze krantenkop?
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaalconstructivisime
D
Rationele actor

Slide 24 - Quiz

Mensen en taken hebben hun eigen functie en bevorderen de harmonie
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaal-constructivisme
D
Rationele actor

Slide 25 - Quiz

Als ik vooral kijk naar: Het eigenbelang dat iemand ergens bij heeft. Dan kijk ik vanuit het
A
Functionalismeparadigma
B
Conflictparadigma
C
Rationele-actorparadigma
D
Sociaal-constructivismeparadigma

Slide 26 - Quiz

Welk paradigma?
Als je in een arm gezin geboren wordt, wordt het heel lastig om daaruit op te klimmen.
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaalconstructivisme
D
Rationele actor

Slide 27 - Quiz

Op de verjaardag van je oom drink je 3 biertjes, op de verjaardag van een vriend drink je er 10.
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaalconstructivisme
D
Rationele keuze

Slide 28 - Quiz

Welk paradigma?
Een goed verzorgd iemand wordt eerder aangenomen, terwijl het niks zegt over haar/zijn kwaliteiten.
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaalconstructivisme
D
Rationele actor

Slide 29 - Quiz

Welk paradigma?
Het is logisch om laagbetaalde en ongeschoolde migranten toe te laten in Nederland om bepaald werk te doen.
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaalconstructivisme
D
Rationele actor

Slide 30 - Quiz