H9 Leerdoel 2 A2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Ik kan vergelijkingen oplossen met de balansmethode.

Samenstelling van deze les

• Uitleg leerdoel aan de hand van succescriteria
• Slides met uitleg
• Aan de slag
• Check
• Afsluiting

Ik kan vergelijkingen oplossen met de balansmethode.

Succescriteria

Ik weet wat een vergelijking is.

Ik kan een vergelijking oplossen.

Ik kan haakjes wegwerken.

Ik kan de balansmethode toepassen.

Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.

Vergelijkingen oplossen

Stap 1 Noteer de vergelijking.

Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =-teken.

Stap 3 Los op met de balansmethode.

Stap 4 Geef antwoord op de vraag.

Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).

voorbeeld

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

    

   

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

     -32          -32            

   

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

     -32          -32

      39 = 6 q 

   

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

     -32          -32

      39 = 6 q 

      : 6    :6

     

   

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

     -32          -32

      39 = 6 q 

      : 6    :6

      6,5 = q              

   

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

     -32          -32

      39 = 6 q 

      : 6    :6

      6,5 = q                 Dus q = 6,5  

   

Nu nog een stapje lastiger!

• Een rechthoek tekenen                                                          
  
• Een vermenigvuldigingstabel gebruiken
• De papepagaaienbek methode

Gegeven  A = b (3b + 4)

1. Teken de pijltjes of boogjes.

2. Werk in je hoofd (of schrift) beide pijltjes uit.        b • 3b = 3b²      en   b • 4 = 4b

3. Geef het antwoord:  A = b (3b + 4) = 3b² + 4b

Rekenregel: a (b+c) = ab + ac

Vergelijkingen oplossen

Stap 1   Noteer de vergelijking.

Stap 2   Vereenvoudig beide kanten van het =-teken 

            (haakjes wegwerken en korter opschrijven)

Stap 3   Los op met de balansmethode.

Stap 4   Geef antwoord op de vraag.

Stap 5   Controleer je antwoord (vul de variabele in).

Voorbeeld

tijdens de digitale/fysieke les (3 of 5 maart)

Noteer voordat je verder gaat de aantekingen 

in je schrift.

Aan de slag

Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.

Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 

Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?

Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.

11, (12, 13), 14, (15), 16, 17, U3, (U4)

Maak opgave 14d

Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!

Maak opgave 16d

Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!

Leerdoel 2

Ik kan vergelijkingen oplossen met de balansmethode.

1. onvoldoende
2. matig
3. goed
4. uitmuntend

Schrift controle

Upload een foto van je uitwerkingen van leerdoel 2. 

Maak een foto per blz. (indien mogelijk), met een maximum van 5 foto's.

Fijn dat je de hele les hebt doorlopen!

Check

Aantekeningen voor jezelf gemaakt bij dit leerdoel?

Alle opgaven nagekeken?

Alle slides doorgelopen en foto's ingeleverd? 

Succes met het volgende leerdoel.