In eigen woorden uitleggen wat de vier groepen schoonmaakmiddelen zijn
De juiste schoonmaakmiddel bij het schoonmaken kiezen.
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
MBO
Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
Éléments de cette leçon
Les 1: Schoonmaakmiddelen!
Aan het eind van deze les kan de leerling:
In eigen woorden uitleggen wat de vier groepen schoonmaakmiddelen zijn
De juiste schoonmaakmiddel bij het schoonmaken kiezen.
Slide 1 - Diapositive
0
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Handen wassen
Zoek uit hoe je op de juiste manier handen wast en maak hier een protocol van.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
0
Slide 17 - Vidéo
Wat is het verschil tussen een schoonmaakmiddel en een schoonmaakmateriaal?
Slide 18 - Question ouverte
Bedenk zoveel mogelijk schoonmaakmaterialen.
Slide 19 - Carte mentale
Waar denk je aan als je het woord SCHOONMAAKMIDDEL hoort?
Slide 20 - Carte mentale
Materialen, apparatuur en gereedschap
Slide 21 - Diapositive
Welke apparatuur gebruik je in de keuken?
Slide 22 - Carte mentale
0
Slide 23 - Vidéo
Voor welk soort fornuis heb je speciale pannen nodig?
A
Gasfornuis
B
Elektrisch fornuis
C
Keramische kookplaat
D
Inductiekookplaat
Slide 24 - Quiz
0
Slide 25 - Vidéo
Welke soorten pannen kennen jullie?
Slide 26 - Question ouverte
Welke soorten messen ken je?
Slide 27 - Carte mentale
Wat doe je met desinfecteren?
Slide 28 - Question ouverte
Welke schoonmaakmiddelen ken je?
Slide 29 - Carte mentale
Slide 30 - Vidéo
Voorraad beheren
Slide 31 - Diapositive
Voorraad
Voorraad van kwetsbare en bederfelijke producten
Duurzaamheid en voorraadbeheer
Signaleren en melden
Slide 32 - Diapositive
Voorraad van kwetsbare en bederfelijke producten
bederfelijke producten
vis /vlees
kip producten
groenten
Slide 33 - Diapositive
0
Slide 34 - Vidéo
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Duurzaamheid
Je werk niet duurzaam als je veel producten moet weg gooien. En dat gebeurd als je te veel producten moet weg gooien. Dit gebeurd als je voorraad te groot is, dan blijven er producten over. Deze zijn op een zeker moment te oud om te gebruiken. Wat te oud is of geen kwaliteit meer heeft moet je weggooien. Dat is verspilling. De kunst om de voorraad zo te houden dat je bijna niets weg hoeft te gooien.
DAT IS DUURZAAM WERKEN.
Slide 37 - Diapositive
Voorraadbeheer.
houdbaarheidsdatum.
hoeveel gasten je die dag verwacht.
omstandigheden zoals weer en feestdagen.
Slide 38 - Diapositive
Signaleren en melden.
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Signaleren en melden.
Slide 43 - Diapositive
Een vast onderdeel van de werkzaamheden is
A
Het bijvullen van de servetten
B
Het aanvullen van de voorraad
C
Het maken van een salade
Slide 44 - Quiz
Je signaleert als één van de eersten dat.
A
Het een drukke dag wordt
B
Dat de frieten in de vriescel staan
C
Dat de voorraad opraakt
Slide 45 - Quiz
Je meld direct aan je leidinggevende dat
A
De kwaliteit van een product in voorraad minder wordt.
B
Een collega vergeten is de voorraad te controleren.
C
De deur van de voorraadkast open staat
Slide 46 - Quiz
Je hebt een belangrijke rol in het bewaken van de voorraad omdat: