Les 4: Voltooide en verleden tijd onregelmatig

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Meest gebruikte werkwoorden

hele werkwoord (infinitief) verleden tijd (imperfectum)

(enkelvoud/ meervoud) voltooide tijd (perfectum)

doen deed/ deden gedaan

gaan ging/ gingen is gegaan

hebben had/ hadden gehad

kunnen kon/ konden gekund

moeten moest/ moesten gemoeten

weten wist/ wisten geweten

worden werd/ werden is geworden

zeggen zei/ zeiden gezegd

zijn was/ waren is geweest

zullen zou/ zouden -

Voor de regelmatige werkwoorden maken we de voltooide of verleden tijd met deze regel:

Les 4

Dit leer je in deze les:

Je kent de voltooide en verleden tijd van de 10 meest gebruikte onregelmatige werkwoorden.

Als huiswerk heb je gekeken naar de 10 meest gebruikte onregelmatige werkwoorden:

Perfectum

e x   s o f t   k e t c h u p 

MAAR

veel werkwoorden zijn ONregelmatig!

Die kan je niet maken met de regel,

je moet ze uit je hoofd leren.

Helaas 

Nu is het tijd om te oefenen!

Bij de volgende oefeningen moeten jullie .........

Bij problemen: vraag het eerst aan je buurman/buurvrouw, daarna aan de docent.

Als je een extra moeilijke oefening of spreekoefening wilt doen, kies een oefening met een kleur.

wordwall.net

wordwall.net

wordwall.net

wordwall.net

ikschrijfbeter.nl

Hebben jullie goed geoefend?

We gaan samen kijken hoe het gaat.

Zet de zinnen op je telefoon in de goede tijd. 

Bijvoorbeeld: 

We oefenen goed.  (voltooide tijd) -  We hebben goed geoefend. 

                       (verleden tijd) -   We oefenden goed. 

Zet deze zin in de verleden tijd:
'De werkwoorden zijn makkelijk.'

Zet deze zin in de voltooide tijd:
'Ik doe de oefeningen goed.'

Zet deze zin in de verleden tijd:
'Ik weet alle antwoorden!'

Dit heb je in deze les geleerd:

Je kent de voltooide en verleden tijd van de 10 meest gebruikte onregelmatige werkwoorden.

Hoe gaat dat nu?
0 = slecht, 100 = perfect

0100