TH5F week 45

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Nederlands

6 november

Programma

- Lezen blok 4 opdracht 1: wat weet je nog over de stof?

- Examen eerste tijdvak 2018 tekst 2 met vragen

--> Lesdoel: verder oefenen met examentekst

--> Lesdoel: voorkennis ophalen van 4 havo

Opdracht (20 minuten)

Lees de tekst 'Leren lenen' van het examen van 2018, tijdvak 1.

- Onderstreep de woorden die je lastig vindt

- Bekijk de alinea na het lezen: hoe is de tekst opgebouwd?

Maak de opdrachten die bij de tekst horen.

Opdrachten bespreken 

- Welke vragen weet je zeker dat je goed hebt?

- Staan er termen in de vragen die je niet kent?

- Zijn er vragen waarbij je geen idee had wat je moet doen?

Opdracht (15 minuten)

Maak opdracht 1 van lezen blok 4. 

Wat weet je nog over de vorige blokken? Kijk de theorienummers na van de vorige blokken en blok 4 als je het antwoord niet weet.

Nederlands

9 november

Programma

- Betoog: wat is het?

- Opdracht stelling bij krantenartikel

- Klein betoog schrijven bij je stelling

Wat is een betoog? (15 minuten)

Zoek in het boek op hoe je een betoog moet schrijven. 

De nummers een gaan op zoek naar hoe de inleiding eruit moet zien, de nummers twee naar wat er in het middenstuk staat en de nummers drie zoeken op wat belangrijk is voor het slot.

Betoog: onderdelen

Inleiding:

Middenstuk:

Slot:

Andere belangrijke kenmerken?

Opdracht (20 minuten)

Ga in twee- of drietallen op zoek naar een interessant onderwerp uit de krant. Zoek een artikel uit waar je een stelling bij kunt formuleren.

1) Waarom vind je het artikel interessant?

2) Wat is de hoofdgedachte van het artikel?

3) Welke stelling kun je bij het artikel formuleren?

Welke stelling hebben jullie geformuleerd?

Voorbeeld

Stelling:

Pubers moeten

leren hun eigen

troep op te ruimen.

Programma

- Betoog: wat is het?

- Opdracht stelling bij krantenartikel

- Klein betoog schrijven bij je stelling

Opdracht (20 minuten)

Schrijf een inleiding bij je stelling. Je mag ook mijn stelling kiezen of het tegenovergestelde van mijn stelling. Wat is belangrijk?

Hoe ga je beginnen?

Waar moet je stelling staan?

Middenstuk (15 minuten)

Schrijf de argumenten voor je middenstuk onder je inleiding. Welke argumenten ga je gebruiken?

Welke structuur gebruik je voor je argumenten?

Welke argumenten ga je gebruiken?

Hoe is je alinea opgebouwd?

Volgende week

Dinsdag: examenboekje en Op Niveau (begrijpend lezen)

Donderdag: je leesboek mee

Vrijdag: verder werken aan betoog en klassikaal boek lezen

Feedback geven (10 minuten)

Wissel je stuk uit met degene naast je. 

Hebben jullie hetzelfde geschreven? Let op de manier van schrijven. Welke onderdelen van de tekst kunnen verbeterd worden?

Klaar? Schrijf het slot. Je levert het betoog in bij mij.