Formuleren H3/Formuleren H6, vierde les

Programma
Toetsdatum: vrijdag 29 januari 
(Stof: Formuleren H1, H3 en H6)
1) Bespreken huiswerk: opdr. 1, p. 98-99
2) extra uitleg
3) Theorie zinnen symmetrisch formuleren
4) opdrachten
5) Huiswerk
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
Toetsdatum: vrijdag 29 januari 
(Stof: Formuleren H1, H3 en H6)
1) Bespreken huiswerk: opdr. 1, p. 98-99
2) extra uitleg
3) Theorie zinnen symmetrisch formuleren
4) opdrachten
5) Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Bespreken opdracht 1
  • 1) Stap a: ow van de hoofdzin = de helikopter van de president
  • stap b: het verzwegen onderwerp = de president
  • Stap c: fout 

  • 2) stap a: ow van de hoofdzin = de zwaarbeladen ezels
  • stap b: het verzwegen onderwerp = de zwaarbeladen ezels
  • stap c: goed

Slide 2 - Diapositive

Bespreken opdracht 1
  • 3) Stap a: ow van de hoofdzin = de voorstelling
  • stap b: het verzwegen onderwerp = een persoon (ik, hij, zij, wij..)
  • Stap c: fout 

  • 4) stap a: ow van de hoofdzin = de macaroni
  • stap b: het verzwegen onderwerp = een leerling/docent
  • stap c: fout

Slide 3 - Diapositive

Bespreken opdracht 1
  • 5) Stap a: ow van de hoofdzin = de bus
  • stap b: het verzwegen onderwerp = een passagier/passagiers
  • Stap c: fout 

  • 6) stap a: ow van de hoofdzin = ik
  • stap b: het verzwegen onderwerp = ik
  • stap c: goed

Slide 4 - Diapositive

Bespreken opdracht 3
  1. je spaarsaldo / jij > fout
  2. de sjouwer/de sjouwer > goed
  3. hij (de mobiel)/ik > fout
  4. de wind/ Rosa is aan het wandelen> fout
  5. het oude horloge/het oude horloge > goed
  6. de zaak/een persoon > fout 

Slide 5 - Diapositive

Zijn er op dit moment vragen?
We gaan nog oefenen met het verbeteren van zinnen met een foutief beknopte bijzin. Dat is huiswerk voor volgende keer.

Beknopte bijzin --> gewone bijzin? Voeg een voegwoord toe!
Bij een onvoltooid deelwoord (lopend): toen, terwijl
Bij een voltooid deelwoord: nadat
Let ook op de betekenis van de beknopte bijzin tov hoofdzin

Slide 6 - Diapositive

Zinnen symmetrisch formuleren (p. 192-193)
Bij nevenschikkingen in een zin (dus als je zaken opsomt), dan moeten de delen van de zin die je opsomt dezelfde grammaticale vorm hebben.

De delen moeten dus bijvoorbeeld allebei/allemaal in het enkelvoud zijn, in dezelfde tijd staan, beknopte bijzin zijn, gewone bijzin zijn enz.


Slide 7 - Diapositive

Geen symmetrie
- Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!  (men naast je)
- De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.(enkelvoud en meervoud)
- Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen. (een woordgroep binnen de hoofdzin en een bijzin) 
- Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken. (een bijzin naast een hoofdzin) 

Slide 8 - Diapositive

symmetrie verbeteren
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!

Goed is: 
Je hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!
Of:
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, men kan nog beter friet eten!

Slide 9 - Diapositive

 symmetrie verbeteren
De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.

Goed is: 
De Duitsers eten veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van. 
of: 
 De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikaan kan er ook wat van. 

Slide 10 - Diapositive

 symmetrie verbeteren
Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen.
Goed is: 
Ellen heeft haar bijbaantje om het gezellig te hebben en om geld te verdienen
Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en vanwege de verdiensten.

Slide 11 - Diapositive

Foute symmetrie verbeteren
Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken

Goed is: 
Mijn mentor zei dat ik voor toetsen langer moet leren en dat ik mijn huiswerk beter moet maken

Slide 12 - Diapositive

Veel mensen bezoeken de bibliotheek om boeken te lenen en om tijdschriften te lezen.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 13 - Quiz

Als je topsporter wilt worden, zijn doorzetten, talent, goede begeleiding en dat je ouders je steunen belangrijk.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 14 - Quiz

De conciërge vindt het belangrijk om de rust in de gang te bewaren en dat er geen rommel op de grond gegooid wordt.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 15 - Quiz

In deze tekst bespreken we wat biodiesel is, hoe de brandstof wordt bereid en wat de voor- en nadelen van het product zijn.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 16 - Quiz

Loop ik gisteren door de Kalverstraat in Amsterdam, zag ik daar toch Dré Hazes met een onbekende vrouw.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 17 - Quiz

In onderstaande zinnen is geen symmetrie:
  1. De Belg neemt het strenge maatregelen tegen het virus, maar de Fransen doen er nog een schepje bovenop. (enkelvoud - meervoud)
  2. Veel treinen rijden niet doordat wissels bevriezen en als gevolg van bladeren op de rails. (bijzin-woordgroep)
  3. Fiets ik naar school, zag ik daar toch twee herten oversteken. (tegenwoordige tijd - verleden tijd)
  4. Ik ga naar de sportschool om fit te blijven en omdat ik wil afvallen. (beknopte bijzin - bijzin)

Slide 18 - Diapositive

Verbeter de symmetriefout.
De Belg neemt het strenge maatregelen tegen het virus, maar de Fransen doen er nog een schepje bovenop.

Slide 19 - Question ouverte

Verbeter de symmetriefout.

Veel treinen rijden niet doordat wissels bevriezen en als gevolg van bladeren op de rails.

Slide 20 - Question ouverte

Verbeter de symmetriefout.

Fiets ik naar school, zag ik daar toch twee herten oversteken.

Slide 21 - Question ouverte

Verbeter de symmetriefout.

Ik ga naar de sportschool om fit te blijven en omdat ik wil afvallen.

Slide 22 - Question ouverte

Dit vond ik van de les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Maken/huiswerk
1) Verbeter de zinnen van Formuleren H3, opdracht 3 blz. 99. 
Doe dat als volgt:
  • Verander in zin 1 en 3 de beknopte bijzin in een gewone bijzin en 
  • Verander van zin 4 en 6 het onderwerp van de hoofdzin.
(Als je dit nog heel moeilijk vindt, dan doe je beide verbeteringen voor al deze zinnen).
2) Maak opdracht 1 van Formuleren h6, blz. 193

Slide 24 - Diapositive