14.3 zenuwstelsel

14.3 zenuwstelsel
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

14.3 zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

14.3 leerdoelen
Ik kan
  • de indeling, bouw en functie van het zenuwstelsel uitleggen
  • uitleggen hoe een bewuste beweging tot stand komt
  • uitleggen wat de functies zijn van de hersenen


Slide 2 - Diapositive

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: animaal en autonoom zenuwstelsel, zenuwen, sensorische-/ motorische-/ schakelcellen, ortho- en parasympatisch, grote/ kleine hersenen, hersenstam, hersenschors, centrale en perifere zenuwstelsel, sensorische en motorisch centrum, primaire en secundaire centra.


  • je kunt de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 3 - Diapositive

leerdoel
Ik kan de indeling, bouw en functie van het zenuwstelsel uitleggen

Slide 4 - Diapositive

Animale zenuwstelsel 
-Stuurt de skeletspieren en uitwendige zintuigen aan.
-Gebruik je bij waarnemingen door je zintuigen.
-Onder invloed van je wil.

Slide 5 - Diapositive

Autonome zenuwstelsel 
- Regelt de werking van de longen, darmen, hart en andere inwendige organen. 
-Je kunt het niet beïnvloeden.
-Bestaat uit twee delen: het orthosympatische zenuwstelsel en het parasympatische zenuwstelsel.

Slide 6 - Diapositive

zenuwstelsel
autonoom en animaal zenuwstelsel
Binas 88B

orthosympatisch en parasympatisch zenuwstelsel



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Autonoom betekent onafhankelijk. Waarvan is het autonoom zenuwstelsel onafhankelijk?

Slide 9 - Question ouverte

De pupilreflex wordt aangestuurd door het
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 10 - Quiz

Je beweegt je ogen naar links. Dit wordt aangestuurd door..
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

Na een tennisgame van een uur zit Leon uitgeput op de bank. Welk zenuwstelsel is nu actief?
A
parasympatische zenuwstelsel
B
orthosympatische zenuwstelsel

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het voor de longen en het hart wanneer het parasympatische zenuwstelsel actief is?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Lien

Indeling zenuwstelsel o.b.v. anatomie

Centraal zenuwstelsel en Perifeer (Binas 88B)

Slide 15 - Diapositive

CZ en perifeer
CZ = centraal zenuwstelsel
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg

perifeer zenuwstelsel
- alle zenuwen in het lichaam

Slide 16 - Diapositive

Centrale zenuwstelsel
- Bestaat uit de grote en kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg. 

Slide 17 - Diapositive

leerdoel
Ik kan uitleggen wat de functies zijn van de hersenen

Slide 18 - Diapositive

grote hersenen
-Verwerken informatie uit de zintuigen.
-Starten de samentrekking van de spieren. (Gebeurt vooral in de hersenschors)
-Plek van het denken, de emoties, het plannen, het herinneren en het bewust worden. 

Slide 19 - Diapositive

kleine hersenen
- coördineert de uitgaande informatie naar je spieren. De impulsen gaan via de hersenstam, het ruggenmerg en zenuwen naar de verschillende spieren.

Slide 20 - Diapositive

Hersenstam
- bevat het centra voor het regelen van automatische functies

Slide 21 - Diapositive

Ruggenmerg
- transporteert impulsen vanuit je hersenen naar je spieren en organen. 
-transporteert ook impulsen uit bijvoorbeeld tastreceptoren naar je hersenen toe. 

Slide 22 - Diapositive

hersenschors

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

leerdoel
Ik kan uitleggen hoe een bewuste beweging tot stand komt

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Zenuwen
- Via zenuwen verplaatsen impulsen zich tussen je CZS en je organen. 
-Alle zenuwen vormen samen het perifere zenuwstelsel.
-Impulsen uit gevoelszintuigen gaan via uitlopers van sensorische zenuwcellen naar het CZS. Via  schakelzenuwcellen gaan ze naar de grote hersenen. 
-Impulsen vanuit de grote en kleine hersenen gaan via schakelcellen en motorische zenuwcellen naar de skeletspieren.
- De meeste zenuwen zijn gemengde zenuwen

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Corrigeren
- Regelkring met receptoren, een norm en effectoren.
- Negatieve terugkoppeling

Slide 32 - Diapositive

Diepte
Chiasma opticum

Slide 33 - Diapositive

aan de slag
1. maak een begrippenlijst, bestudeer de Binas bronnen

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 34 - Diapositive