9.3 A Op weg naar de totalitaire staat (communisme)

9.3 Totalitaire systemen




1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

9.3 Totalitaire systemen




Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 9.3 :
  1. Hoe het communisme op kwam in de SU.
  2. Hoe het fascisme opkwam in Italië.
  3.  Hoe het nationaalsocialisme opkwam in Duitsland.
  4. Kenmerken noemen van totalitaire systemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Tijd van de Wereldoorlogen
1900 - 1950

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen.
In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij. 

Slide 6 - Diapositive

Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger! Trotski verbannen en in opdracht van Stalin in 1940 vermoord
Stalin is als secretaris-generaal van de CCCP oppermachtig en vestigt een persoonlijke dictatuur

Slide 7 - Diapositive

Visie Marxisme:
De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.

Visie Leninisme:

De communistische revolutie wordt door de partij geleid.

Visie Stalinisme:
Communisme met één man als leider (Stalin zelf).

Slide 8 - Diapositive


Goelag

Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn
     werd   zonder proces gevangengezet.


Slide 9 - Diapositive


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




  • De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het
     land!

  • Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 10 - Diapositive

Propaganda
Dit schilderij moet laten zien hoe goed het gaat in de Sovjet-Unie.

1. Er leven gezonde mensen.
2. Gewone mensen kunnen een auto bezitten.
3. De akkers staan vol graan.
4. Er is moderne industrie/stroomvoorziening

Slide 11 - Diapositive

Propaganda
Dit schilderij laat zien dat:

1. Er gezonden en sterke mensen wonen in de SU.
2. De vrouwen met veel plezier aan het werk gaan.
3. Boeren worden verheerlijkt (helden van de SU.)

Slide 12 - Diapositive

Propaganda
Dit schilderij laat zien:

1. Er is kameraadschap tussen jongeren.
2. De jeugd is sportief en gezond. 

Slide 13 - Diapositive


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een
     oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen (onder Lenin én Stalin) stond de uitkomst al vast
     voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 14 - Diapositive

De Grote Terreur
  • Stalin zag overal tegenstanders (paranoide), vooral in mensen die een
     belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.

  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en
     veroordelen.

  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

De Grote Terreur
Tijdens de Grote Terreur (1934-1938), die de Sovjet-Unie teisterde, verdwenen honderdduizenden burgers in werkkampen of belandden voor het vuurpeloton. De achterdocht van één man, Stalin, was daarvoor verantwoordelijk. De showprocessen, waarin gehersenspoelde partijbonzen hun misdaden bekenden, vormden slechts het topje van de ijsberg.

Slide 15 - Diapositive


Persoonsverheerlijking

  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het
     beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider:
     een vader voor het volk.

  • Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin)
Persoonlijkheidsverheerlijking
Stalin greep na de dood van Lenin de macht en positioneerde zichzelf na 1928 als de opvolger van de gestorven grote leider. Kritiek op Lenin werd een groot taboe en de partijtop streed om de titel van ‘trouwste leninist’. Hiermee werd Stalin ook een soort van onfeilbare heerser, die in alles het werk van Lenin voortzette. Stalin bond in de late jaren ’20 en de jaren ’30 ook de strijd aan met het christendom, dat volgens de communisten ‘opium voor het volk’ was. Geestelijken werden vervolgd en de Russisch Orthodoxe Kerk werd hard aangepakt. Stalin zorgde er wel voor dat de gewone Rus nieuwe personen kreeg om te aanbidden in plaats van de oude heiligen, namelijk Lenin en Stalin zelf.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Stalinisme liep samen met de verheerlijking van de persoon Stalin
Het bracht ook de nodige kritiek met zich mee....

Slide 18 - Diapositive


Totalitaire samenleving

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving

  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaald.

  • De staat heeft altijd gelijk.                                     Zo niet, dan toch....


Slide 19 - Diapositive

Acht kenmerken totalitaire staat:

1)  Landsbelang staat boven individu
2) De leider is allesoverheersend
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud)
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd 
     (moeten naar jeugdkampen)


6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (Goelags)


Anno 2022?
Kennen wij een hedendaags totalitair regime? 

Slide 20 - Diapositive

1953 Stalin overlijdt
De man van staal is dood
Op 4 maart 1953 werd de communistische familie waar dan ook ter wereld al voorzichtig op het ergste voorbereid. ‘J.W. Stalin is ernstig ziek’, schreef bijvoorbeeld het Nederlandse volksdagblad De Waarheid, spreekbuis van de Communistische Partij Nederland (CPN). Vanzelfsprekend stuurde het partijbestuur van de CPN nog dezelfde dag een telegram aan de Communistische Partij van de Sovjetunie (CPSU) met: ‘Vurigste wensen voor spoedig herstel gezondheid kameraad J.W. Stalin.’ Maar kameraad Stalin, vermoedelijk 74 jaar oud (over zijn precieze geboortedatum bestaat enige verwarring), zou niet meer herstellen. Op 5 maart maakte Radio Moskou bekend dat het hart van de strijdmakker en geniale opvolger van Lenin niet meer klopte, en stortte daarmee de communistische familie in diepe droefenis.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Vidéo



Fascisme

Slide 24 - Diapositive

Kenmerken van fascisme 
  • Fascisme is tegen: vooral dingen die 'vreemd' zijn en tegen andere culturen.

  • Fascisme is anti-democratisch

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)


  • Het fascisme verheerlijkt geweld en militair vertoon.

Slide 25 - Diapositive

Fascisme
Kenmerken fascisme:

  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén leider principe
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (de regering wil TOTAAL bepalen wat er gebeurt en hoe.

Slide 26 - Diapositive

De opkomst van het nationaal-socialisme

Slide 27 - Diapositive

Onvrede in de Republiek van Weimar (DU)
  1. dolkstootlegenda na verlies WO I
  2. "Dictaat van Versailles"


=> INFLATIE

=> 1923: herstelbetalingen

=> 1923:mislukte staatsgreep Hitler
         en NSDAP

Slide 28 - Diapositive

Nationaalsocialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd.

Slide 29 - Diapositive

Bierkeller 'putsch'
1923



  • Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
  • Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar. 

Slide 30 - Diapositive

Hitler in de politiek 
  • Hitler blijkt een talent te hebben voor het houden van toespraken. Deze toespraken worden gehouden in bierkelders. 

    Nieuwe poging om aan de macht te komen....

  • Via democratie.

Slide 31 - Diapositive

Begrippen uit deze les:
Kun jij ze in eigen woorden uitleggen?
  1. Leninisme
  2. Stalinisme
  3. Dictatuur
  4. Persoonsverheerlijking
  5. Zuiveringen
  6. Totalitair
  7. Showprocessen
  8. Goelag

Slide 32 - Diapositive