Les 1 cognitieve ontwikkeling

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1

Paragraaf 7.1  

Samen kom je verder

Les 1

Paragraaf 2.4

Cognitieve ontwikkeling

Doelgroepen

Inhoud

• Check-in en kennismaking
• Planning van dit blok
• Lesdoelen
• Theorie 
• Evaluatie

Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

Upload een foto van iets wat jij erg leuk vindt

Week 1	Paragraaf 2.4
Week 2	Paragraaf 2.4
Week 3	Paragraaf 4.1
Week 4	Paragraaf 4.2
Week 5	Paragraaf 4.2
Week 6	Paragraaf 4.3
Week 7	Herhalingsles
Week 8	Oefentoets + levensboekje inleveren
Toetsweek	Toets over paragraaf 2.4 + H4

Lesdoelen

Aan het eind van deze les kan je:

• Omschrijven wat de inhoud van de toets is
• Eigen normen en waarden benoemen
• Uitleggen wat de cognitieve ontwikkeling inhoudt
• De belangrijkste kenmerken van het behaviorisme opnoemen
• De les evalueren

2.4 Cognitieve ontwikkeling

• Cognitie= kennis
• Cognitieve ontwikkeling= Dingen leren, onthouden en toepassen
• Zie je aan: praten, gedrag en bewegingen van een kind

Belangrijke aspecten cognitieve ontwikkeling

	Functie:
Geheugen	Onthouden en herinneren informatie
Cognitie	Hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert en begrijpt
Aandacht	Controle hebben over waar je op let en concentratie

Normen en waarden

Waarden= Ideeën over wat goed en fout is (respect)

Normen= Regels voor gedrag (iemand met u aanspreken)

Opdracht

1. Schrijf 5 waarden op die jij belangrijk vindt
2. Schrijf 5 normen op die horen bij deze waarden
3. Bespreek in een break-out room de overeenkomsten en verschillen

Stromingen:

• Behaviorisme (Skinner & Pavlov)
•  Cognitivisme (Piaget & Bruner)
•  Constructivisme (Vygotsky & Gagne)

Wat betekent behaviour?

1. Aanpassen
2. Beïnvloeden
3. Gedrag
4. Experimenteren

Behaviorisme (Pavlov)

• Kind start als ‘onbeschreven blad’
• Conditionering: vaste gewoonten en gedragingen worden aangeleerd 
• Belonen en straffen 

In welke situatie heb je zelf een Pavlov reactie?

Skinner (behaviorisme)

Zegt drie dingen:

1. Beloon gewenst gedrag (dan komt het vaker terug)
2. Negeer ongewenst gedrag (dan komt het minder vaak terug)
3. Straf gedrag alleen als het gevaarlijk is. Straf helpt om gedrag te stoppen, je leert er niets van

Wat vond je fijn aan de les?
Wat wil je de volgende keer anders zien?

Huiswerk:

• Oriëntatievragen hoofdstuk 4 op blz. 53 en 54
• Schrijf op hoe jij leert voor de doelgroepen toets