Nederlands Thema 11.

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Nederlands oefentoets

1.1. Taal in de sector verzorging

Waar hebben wij het dit hoofdstuk allemaal over gehad?

Waarvoor gebruik je Ibuprofen?

1. Hooikoorts
2. Pijn
3. Eczeem
4. Acne

Wat zit er in de verpakking?

1. Zalf
2. Drank
3. Tabletten
4. Spray

Hoe neem je de Ibuprofen in?

1. Via de anus
2. Via de huid
3. Via het oor
4. Via de mond

Wanneer mag je de Ibuprofen niet gebruiken?

1. Bij hoofdpijn
2. Bij kiespijn
3. Bij een maagzweer
4. Bij koorts

Wat zegt het pictogram?

1. hooikoorts hebt
2. een te hoge bloeddruk hebt
3. huidproblemen hebt
4. hoofdpijn hebt

Hoe moet je de beugel van de dispenser indrukken?

1. Met 1 vinger
2. Met je hand
3. Met je elleboog
4. Met je mond

Wat betekent dit?

1. Nooduitgang
2. Noodtelefoon
3. Verzamelplaats
4. Nooddouche

Geef woorden die vooral voorkomen in de sector zorg?

Hoe gebruikt je dit geneesmiddel?

1. Drinken
2. Snuiven
3. Smeren
4. Kijken

Schrijf in je eigen woorden op wat een bijsluiter is...

Waarom is het belangrijk een geneesmiddel buiten bereik van kinderen te bewaren?

Joris is al een paar dagen niet lekker. Hij heeft een jeukende .......... op zijn huid.

1. allergische reactie
2. uitslag
3. zalf
4. symptomen

Ook klaagt hij over hoofdpijn. En hij heeft verhoging. Zijn moeder denkt dat Joris een ...... heeft.

1. allergische reactie
2. geneesmiddelen
3. uitwendig
4. uitslag

Waarvan? Dat weet ze niet. De ........... duiden daar op.

1. allergische reactie
2. uitslag
3. symptomen
4. jeukuitslag

Ze gaat naar de drogist en koopt 2 soorten geneesmiddelen Een zalf voor ....... om de jeuk te verminderen.

1. uitwendig gebruik
2. inwendig gebruik
3. oraal gebruik
4. rectaal gebruik

En ze koopt ook ......... tegen de koorts en de hoofdpijn. Daarmee hoopt ze dat Joris beter wordt.

1. ijsjes
2. water
3. zinzalf
4. paracetemol

Helaas wordt Joris er niet beter van. Moeder overlegt met de arts.
Zij schrijft een hogere .... paracetamol voor.

1. Dosis
2. Overdosis
3. Recept
4. Hoeveelheid