leefstijl: leerjaar 1 thema 4 Goed voor mezelf

• Maatschappijleer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Thema 4

goed voor mezelf

les 1: jij bent bijzonder

in deze les

- Gaan we onze talenten benoemen.

- Gaan we het hebben over verschillen en overeenkomsten in de klas.

- gaan we het hebben over het ontwikkelen van talenten.

oefening 1: Ik wou dat ik iemand anders was

We kunnen vaak veel meer dan we zelf denken!!!

Je docent leest een gedicht voor.

lees het gedicht voor: blz. 170 handleiding

nabespreking:

- Wat is herkenbaar voor jou in dit gedicht?

- Welke dingen zou jij aan jezelf willen veranderen?

- Over welke dingen ben je tevreden over jezelf?

- Wie zou je willen zijn als je iemand anders mocht zijn voor 1 week?

- Waarom die persoon?

oefening 2: ik ben goed in.....

verborgen talenten!!!

spel: de hoge hoed

Laat de leerlingen een talent op een briefje schrijven.

Waar zijn ze goed in? Wat weet de klas (nog niet) van hen?

laat de leerlingen vervolgens het briefje dichtvouwen.

Lees ze daarna een voor een voor. Kunnen de leerlingen raden van wie het briefje is?

oefening 3: wat heb je al bereikt?

werkboek blz. 26 en 27

We gaan een levenslijn maken!!!!

nabespreking:

* Waarom is het belangrijk om te weten wat je allemaal al hebt bereikt?

* Welk gevoel krijg je als je ziet wat je allemaal al hebt bereikt?

Wat neem je mee uit deze les?

les 2: vallen en opstaan

In deze les

- Gaan we het erover hebben dat fouten maken een leermoment kan opleveren.

- Gaan we  manieren bedenken om over tegenslag heen te komen.

oefening 1: mixers en fixers

spel: 2 groepen  (tegenover elkaar staan / zitten )

groep 1 bestudeert groep 2 (1minuut)

Daarna omdraaien en iets aan jezelf veranderen.

Zien jullie de veranderingen???

nabespreking:

- Werden er fouten gemaakt bij het aangeven van de veranderingen?

- Wat hebben jullie gedaan om alle veranderingen te zien? (overleggen / goed nadenken, herinneren, kijken)

- Vind je het vervelend als je niet alle veranderingen kon zien.

oefening 2: groepsjongleren

spel: kring bal (len) overgooien

doel: laat de bal niet vallen

spelregels:

1. Noem de naam van de persoon naar wie je gooit.

2. Gooi de bal onderhands

3. steek je hand in de lucht als je de bal gehad hebt.

4. onthoud naar wie je de bal gegooid hebt.

nabespreken:

- Wat moet je doen om deze oefening goed te doen?

- Hoe komt het dat je fouten maakt?

- Wat voelde je toen je fouten maakte?

- Wat zou je verbeteren als je dit spel nog eens zou doen?

oefening 3: fouten maken horen erbij

werkboek blz. 28  samen lezen en invullen

Milton heeft er geen vertrouwen meer in.

- Welk advies zou je hem geven?

- War zou je hem zeggen om hem moed in te spreken.

- Hoe spreek je jezelf moed in als het tegenzit?

oefening 4: kom op, je kunt het

Vaak kun je meer dan je denkt.

werkboek blz. 29

Beantwoord de vragen!!!

nabespreking:

- Hoe kun je elkaar helpen bij het leren van nieuwe dingen?

- Hoe kun je je talenten omzetten in het leren van nieuwe dingen?

welke oefening in deze les vond je het leukste om te doen?

Wat heb je geleerd over fouten maken?

laatste vraag:
Welk talent wil je zeker gaan gebruiken de komende tijd?